Goede opvoeding Welke activiteit u met uw hond gaat ondernemen, eerst zal uw hond goed opgevoed moeten zijn. Tijdens het eerste levensjaar van uw hond bent u constant met opvoeding bezig. Hij moet leren niet te trekken aan de lijn, te gaan zitten of liggen als u dat zegt, te komen als u roept, enz. Uw hond moet het niet vreemd vinden als hij door u of een vreemde betast wordt en hij mag niet protesteren als u z’n gebit wil laten zien, b.v. aan de keurmeester of aan de dierenarts. In het eerste jaar bouwt u een goede relatie met uw hond op, o.a. door veel met hem te spelen; niet vrijblijvend, maar op de manier die u aangeeft. Vooral in de socialisatieperiode – maar ook daarna – zal uw hond aan vreemde omstandigheden, geluiden e.d. moeten wennen. Bovendien moet u hond leren goed om te gaan met andere mensen en honden, hij mag zich niet overdreven angstig of agressief gedragen.
Cursus Veel van deze dingen leert u de hond dagelijks thuis of tijdens de wandeling die u met hem maakt aan. Voor het contact met andere mensen en honden is het prettig om een cursus te volgen. Tegenwoordig zijn er veel verenigingen die zogenaamde ‘opvoedingscursussen’ aanbieden. Baas en hond worden daar begeleid bij het aanleren van een aantal basiscommando’s. Ze leren hoe ze ongewenst gedrag kunnen voorkomen en hoe gewenst gedrag aangeleerd kan worden. Dat betekent dat er aandacht is voor het niet achter trimmers of fietsers aanrennen, het rustig ondergaan van een borstelbeurt, het leren ingeven van een pil, het niet lelijk doen tegen andere honden, het wachten bij de stoeprand, het niet opspringen tegen de visite, enz. Tijdens een opvoedings- of puppycursus worden geen trainingsoefeningen zoals volgen, aan voet komen, vooruitsturen e.d. geleerd. Nadat de pup goed is opgevoed en uitgegroeid is tot een volwassen hond kunt u er voor kiezen een verdere opleiding met uw hond te gaan volgen. Binnen de VDH bestaan er opleidingen op verschillende terreinen.
De basisprincipes van de opvoeding zijn: Beloon goed gedrag, negeer ongewenst gedrag