VDH -
algemeen
-
5
vertegenwoordiger geweest voor verschillende merken hondenvoer.
Dit beviel me goed.”
Rust
“Wie is de vrouw naast Daan Bolkesteijn? Wat betekent ze voor
jou?”
“Mijn vrouw Wil betekent heel veel voor mij. Ze brengt rust in mijn le-
ven. Ik ben veel weg, omdat ik alles mee wil maken en alles leuk vind.
Wil begrijpt dat. Ze gunt mij het allerbeste en laat me vrij in mijn doen
en laten.”
“Heb je, naast je liefde voor Duitse herders, nog andere hobby’s? Ik
heb gehoord dat je een fanatiek fan van FC Twente bent ? Hoever
gaat je liefde voor FC Twente?”
“Het klopt dat ik fan van FC Twente ben. De liefde voor de club gaat
behoorlijk ver. Ik ben jaarkaarthouder en als het kan bezoek ik alle
wedstrijden van FC Twente, samenmet mijn schoonzoon.”
“Heb je vroeger zelf gevoetbald?”
“Toen ik ongeveer 19 jaar was ben ik begonnen met voetbal. Volgens
mij was ik een normale voetballer.”
Daan lacht.
“Ik was in ieder geval
geen voetballer voor inde topklasse. Het voetballenheeft ook niet lang
geduurd. De hondensport namzoveel tijd in beslag dat ik na twee jaar
gestopt ben met voetballen. Wel heb ik daarna nog, met veel plezier,
een aantal jaren in het bestuur gezeten.”
Geen bevlieging
De hondensport loopt als een rode draad door het leven van Daan.
Het grote avontuur is begonnen toen hij twaalf jaar oud was en
een pup kreeg van zijn oom Gerrit. Bijzonder om te weten is, dat
oom Gerrit destijds via de vader van Daan aan zijn eerste Duitse
herder ‘Alex’ is gekomen. Later is hier zijn kennel von Alexyrvohof
naar genoemd. Doordat hij een herder aanschafte werd Daan ook
gek op het ras. Zo is het kringetje weer rond. De liefde van Daan
voor Duitse herders was geen bevlieging. Hij heeft als dertienja-
rige jongen de kennel‘vomTwentebloed’opgericht. Dat is een hele
prestatie op die jonge leeftijd!”
Voorbeeld
“Was het oprichten van een kennel een idee van jezelf of werd je
gestimuleerd door familie/vrienden? Is er iemand in je familie of
kennissenkring die je grote voorbeeld is geweest?”
“Mijn oom Gerrit kwam met het idee om een kennel op te richten. Ik
ging daar als kind helemaal in mee en vond het fantastisch. Er werd
een aanvraag gedaan bij de Raad van Beheer en zo is de kennel ‘vom
Twentebloed’ tot leven gekomen. Grote successen behaalde ik al in de
jaren vijftig, o.a. met Elke vom Twentebloed. Zij werd vijf maal kam-
pioen, jeugdwinster en reservekampioen op de Winner in 1959. Één
van mijn betere fokteven, misschien wel de beste, was Esther aus Kat-
tenstroth. Ik kreeg haar van Emma Bermpohl uit Gütersloh. Haar man
Hermann was mijn grote voorbeeld in de hondensport. Hij heeft mij
alles geleerd op het gebied van Duitse herders, sport en fokken. We
spraken en schreven elkaar vaak. Zelf hadden Hermann en Emma
geen kinderen en zij beschouwden mij als een zoon. Zij waren in het
bezit van de VA1-Siegerin van 1964, Blanka vom Kisskamp, en ze be-
loofden mij een goede pup uit een nest van haar. Blanka was gedekt
door Holland Sieger en internationaal kampioen CACIB, Gauss vom
Stauderpark, maar Hermann overleed helaas vroegtijdig en zodoende
kreeg ik Esther van Emma Bermpohl. Esther aus Kattenstroth is één
van mijn betere fokteven geweest, vooral in de jaren ‘70 heeft zij uit
verschillende combinaties zeer veel tophonden gebracht, zoals Alf
vom Twentebloed, Kampioen en Winner 1971, Hauptzuchtschau V18,
Eros en Elza vom Twentebloed, beide Nederlands Kampioen, Conni en
Clodo vom Twentebloed, Maja, Nuschka en Zita vom Twentebloed,
alle top uitmuntend. Ook de kinderen van Esther vererfden haar fok-
kwaliteiten, zoals bewezen werd op de kampioensclubmatch in Hen-
gelo (1975) waar Gonny en Granny (m: Conni) en Heidi (m: Zita) alle
eerste en verdere topplaatsen in de jeugdklassen bezetten.”
Onderscheid
“De jaren ’70 waren echt succesjaren voor jou. Je kunt wel zeggen
dat je een toonaangevende kennel had in die tijd. Er zijn door de
jaren heen nog veel meer successen geboekt, teveel om op te noe-
men, met allemaal top uitmuntende honden zoals Olf, Rolf, Sendie
en Beauty en de laatste jaren met Odin en Milan-Denzel. Wat een
prestatie! Nog steeds weten mensen wie de kennel v. Twentebloed
is. Waardoor kon jij je onderscheiden als fokker?”
“Altijd doorzetten. Je best blijven doen. Niet bij de pakken neer gaan
zitten als het een keer niet mee zat. In alle omstandigheden bleef ik
rustig. Voor grote evenementen trainde ik veel met mijn hond. Ik lette
goed op de voeding. De hond moet goede voeding hebben voor top-
prestatie. Ik stemde training en voeding zo goedmogelijk op elkaar af.”
“Als je terug kijkt op de prestaties die jij en je honden hebben ge-
leverd, wat voor gevoel geeft jou dat dan?” Daan lacht weer en
bescheiden als hij is zegt hij: “ik vind het wel goed.” Tot slot vraag
ik Daan of hij over vijf jaar nog een Duitse herder heeft. “Ja, zeker
weten!”is het antwoord.
Iolenthe Kremer
Alf vomTwentebloed
Esther aus Kattenstroth