- De Duitse Herdershond
14
omgeving als ze nog doof en blind zijn. Daardoor hebben ze
andere en vroegere ervaringen dan honden, ze doorlopen een
ander ontwikkelingstraject.
Methodiek
Puppy’s van 10 verschillende nesten werden geobserveerd van de
leeftijden van twee tot acht weken. Drie nesten van wolven met in
totaal 11 puppy’s (twee teefjes en negen reuen) werden door men-
sen opgevoed vanaf de leeftijd van ongeveer 10 dagen. 43 Honden-
puppy’s van zeven nesten (24 teefjes en 19 reuen) werden geobser-
veerd. De hondenpuppy’s werden ingedeeld in twee groepen:
1. 33 puppy’s van vijf nesten werden door hunmoeders opgevoed
en kwamen regelmatig in contact met mensen (verzorgers de-
den aan dagelijkse socialisatie en dus meer dan de dagelijkse
verzorging). Twee van deze nesten, met in totaal 15 puppy’s,
waren Border Collies, en de andere drie nesten, met in totaal 18
puppy’s, waren Duitse herdershonden.
2. De tweede groep puppy’s werd opgevoed door mensen om zo
een controlegroep te zijn voor het effect van menselijke opvoe-
ding op de wolven, en bestond uit 10 Duitse herderpuppy’s van
drie nesten.
Alle puppy’s werden getest in hun eigen omgeving. De hondenpup-
py’s die door de moederhonden werden opgevoed waren in de hui-
zen van de fokkers; de hondenpuppy’s die door de mensen werden
opgevoed waren in de huizen van de verzorgers. De wolfpuppy’s
verbleven in de centra die hen opvoedden.
Reacties op geuren
Puppy’s werden iedere week blootgesteld aan twee verschillende
geuren:
1. Één milliliter van de shampoo die door de wetenschapper of de
verzorger gebruikt werd
2. Éénmilliliter van een onbekende vloeistof. Dit werd gedaan van-
af de tweede week van het experiment
De nieuwe geur werd geïntroduceerd als een controlemechanisme
tegen gewenning aan de eerste geur. Enkele nieuwe geuren waren
vanille-extract, eucalyptusolie, visolie, druivensap, lavendelolie, en
muntextract. Dit waren alle ingrediënten die niet in de shampoo (de
eerste geur) zaten. Puppy’s werden per week blootgesteld aan één
nieuwe geur, en hadden dus alle nieuwe geuren ervaren aan het
einde van week zes. Alle geuren werden aangebracht op een stuk
badstof van 13cm
2
.
Reacties op geluiden
Puppy's werden wekelijks aan twee geluidsprikkels blootgesteld:
1. Een toon met een frequentie van 440 Hz, een maximum ampli-
tude van 88dB en een duur van drie seconden.
2. Een nieuwe toon met dezelfde duur en met dezelfde speakerin-
stellingen als de eerste toon. Dit werd gedaan vanaf de tweede
week van het experiment.
De tweede toon werd geïntroduceerd als een controlemechanisme
tegen gewenning aan de eerste toon die iedere week gespeeld
werd. Nieuwe geluiden waren een onderbroken toon, een miauw
van een kat, een sirene, applaus, kantoorgeluiden, en een ratel.
Reacties op visuele prikkels
Iedere week werden de pups blootgesteld aan twee visuele prikkels:
1. Een laserpunt die op ongeveer één meter van de vloer hing en
op één plaats op de vloer scheen,
2. Een laserpunt die op ongeveer één meter van de vloer hing en
die langzaam voorwaarts en achterwaarts bewogen werd voor
drie seconden.
Als de pup de laserpunten niet kon vinden dan werden de laser-
punten in het zicht van de pup geplaatst en langzaam heen en
weer bewogen. Het bewegende licht werd geïntroduceerd als een
controlemechanisme tegen gewenning aan de eerste stimulans en
om de kans te vergroten dat een pup bewust wordt van zo’n smalle
stimulans.
Resultaten
Na de bestudering van de resultaten van deze testen werd door de
onderzoekers de eerste hypothese, dat wolven de zintuigen twee
weken eerder ontwikkelen dan honden, verworpen. Men conclu-
deerde echter wel dat er veel overeenkomsten zijn tussen de zintuig-
lijke ontwikkeling van honden en wolven. Er waren enkele belangrij-
ke verschillen tussen groepen van honden. Met de hand opgevoede
Duitse herders van drie weken oud reageerden over het algemeen
minder op geluiden dan wolven en de Duitse herders van drie we-
ken oud die door de moederhond waren opgevoed. De met de
hand opgevoede Duitse herders werden met de fles opgevoed, en