VDH -
algemeen
-
3
Om te kunnen beoordelen of er sprake is van een lagere of ho-
gere houding, zul je moeten weten wat de
neutrale
houding van
een hond is. Deze neutrale houding is voor ieder ras, maar ook
voor ieder individu, verschillend.
Links:
Dit is de neutrale houding van deze wolf, oren naar voren, staart
schuin naar beneden
Rechtsboven:
De oren zijn meer naar voren gericht, de staart is hoger dan neu-
traal, de kop is naar voren gericht en hij staat wat ‘rechter’ op de
poten
Rechtsonder:
De oren staan naar achteren, de staart is lager dan neutraal, de
mondhoeken gaan iets naar achteren en hij zakt iets door de poten
doordringend (gespannen) zijn. Grote ogen zie je wanneer een
hond ergens van schrikt. Soms is het wit van de ogen goed te
zien, dan is er meestal sprake van angst. Een hond die geniet
heeft z’n ogen half gesloten. Wanneer een hond vanuit z’n oog-
hoeken naar een andere hond kijkt, dan stelt hij zich wat terug-
houdend op. De hond kan ook bewust een andere kant opkijken.
Dit doet hij om een conflict te vermijden.
Staart
Met z’n staart kan een hond veel duidelijk maken. Hoe hoger hij
de staart houdt, des te zelfverzekerder hij is. Een lage staart geeft
onzekerheid aan en bij een erg lage staart – tegen de buik aan –
kun je spreken van angst. Maar ook hier geldt weer dat je altijd
het totaalplaatje moet bekijken. Onder de staart bevinden zich
de anaalklieren; deze klieren produceren het persoonlijke geur-
tje van de hond. Ben je wat onzeker dan wil je niet opvallen, je
bedekt je geurtje. Daarentegen zal een zelfverzekerde hond z’n
geurtje aan iedereen willen laten ruiken. Bij extreme angst zal een
hond zijn anaalklieren ledigen.
Een hond kan ook z’n staart heen en weer bewegen, kwispelen.
Wanneer een hond z’n staart op een ontspannen manier be-
weegt, dan is hij meestal blij. Maar een hond kan ook zijn staart
omhoog dragen en dan een klein beetje (op een stijve manier)
heen en weer bewegen, er is dan sprake van spanning. Een lage
staart waarvan alleen het puntje wat heen en weer gaat duidt op
onzekerheid.
Tot slot kun je ook nog iets zien aan de vacht van de hond, de
haren in z’n nek en op z’n rug kunnen omhoog gaan staan, de
hond borstelt. Dit borstelen duidt op opwinding. Afhankelijk van
de andere gedragingen kun je zeggen of het borstelen vanuit
agressie of borstelen vanuit onzekerheid/angst is.
Uniformiteit
Bij het omschrijven van gedrag is het noodzakelijk om uit te
gaan van objectieve gedragsomschrijvingen, dan is het voor ie-
dereen duidelijk wat je bedoelt. Bij objectieve beschrijvingen zal
gebruik gemaakt moeten worden van zgn. beschrijvende ter-
men, termen die vastliggen en voor iedereen gelijk zijn. Binnen
de ethologie (gedragsleer van dieren) zijn afspraken gemaakt
over de interpretatie van de verschillende gedragsomschrijvin-
gen. Alleen als we gebruik maken van dezelfde objectieve ge-
dragsomschrijvingen kun je zinvol met elkaar over het gedrag
van honden spreken, je spreekt dan dezelfde taal.
Marian Servaas
Wit van de ogen en oren naar achteren
RAADFOTO
Omschrijf het gedrag van beide honden op deze foto. Wat
zie je en wat kun je daaruit concluderen? Wanneer je de
omschrijving vòòr 5 maart instuurt naar de redactie (redac-
), dan hebben we voor één van de goede inzen-
ders een aardigheidje in petto. In het volgende maandblad
de oplossing.