VDH april 2013 - page 9

VDH -
algemeen
-
7
omgaat: een werkknop en een privéknop. Dat is zo fijn bij die
honden.”
Uit het hart
Op het moment dat Wim zich realiseerde dat die ene hond over
de bloedlijn van pure schoonheidshonden zoveel goede nako-
melingen kon geven, begon de fokkerij hem te fascineren. “De
hond moet goed zijn, dat sowieso, maar de echte vererving komt
wel vanuit dat hartje en dan kan ook een kynologische hond heel
goed vererven, dat bleek bij deze hond het geval.
Wim somt de
nakomelingen op: “Chip dus, en vanuit Chip ben ik weer naar
Kazu vom Haus Valkenplatz van Roger Snollaerts geweest, die
geselecteerd is voor het WK, Inadaisy vom Haus Valkenplatz is
eruit gekomen, Inadaisy-nakomelingen, zoals Amber, dat zijn al-
lemaal honden met heel veel dezelfde trekken, die ik iedere keer
weer tegenkom en heel veel en hele goede kwaliteiten die iedere
keer weer terugkomen.”
Mooi, goed en gezond
Wim en Yvonne wilden dus eigenlijk een mooie donkere Duitse
herder. Liefst ook nog een langhaar. Gewoon als gezelschaps-
hond. Maar ze kwamen bij Condor uit en daardoor bij de hon-
densport. Wim kwam binnen de KNPV terecht, ging pakwerk ma-
ken en kwam in aanraking met heel veel sterke honden, “jongens
die echt respect afdwongen”, zoals hij zelf zegt. Maar hij maakte
ook matige en zelfs zwakke honden mee. En als hij dan met de
fokkers daar ging praten, met die van Mechelse herders, dan
ging het over nestjes van 7 of 8 stuks, die alle 7 of 8 geschikt wa-
ren voor de sport of sterker nog, waarvan er 4 of 5 op een Neder-
lands Kampioenschap stonden en dat was toch het hoogste wat
er te halen was. Dat is een hele mooie africhting. Toen is Wim zich
af gaan vragen, waarom dat binnen de Duitse herders niet kon.
Het antwoord was jaren geleden al steevast: “een mooie hond en
een goede hond en een gezonde hond, dat kan niet, dat bestaat
niet.” Het was voor Wim een uitdaging om te bewijzen dat het
wél kon en hij heeft dat met zijn Valkenplatz-honden niet één
keer, maar meerdere malen laten zien.
De voorbeelden zijn er: Onix (van Toon Verhagen) Kkl 1, IPO 3,
heeft uitmuntend op tentoonstellingen gelopen en een paar
keer op het WK gestaan, Orthan van Robbie de Jong, Robbie
heeft met Orthan ook op het WK gestaan, dat waren broers van
elkaar. “En ik heb Ortha gehad en Robbie heeft daar nu weer een
zoon van: Glenn en Glenn is ook op het WK geweest, scoorde
vierde. Het heeft allemaal een vervolg, het is niet zo dat er een
of twee goede honden bij zitten, neem bijvoorbeeld het V-nest
(Vieira, Vencke, Voltar) dat zijn allemaal hele sterke honden die al-
lemaal een extra staat van dienst binnen de africhting neergezet
hebben
.
Of het één, of het ander
In de africhting doet Wim intussen vrijwel niets meer. Als je goed
wilt fokken heb je daar je tijd voor nodig. Je kunt maar één ding
tegelijk doen:
“Ge bent fokker of ge bent africhter, dan doede het
goed en verantwoord. Een goede africhter heeft meestal ook
maar één hond en met die ene hond, daar gaat hij mee naar een
WK” is Wims stellige mening. De passie van Wim en Yvonne ligt in
het fokken. “De pups worden hier geboren, hierachter, wij heb-
ben daar videobewaking bij, Yvonne is er dag en nacht bij, weet
van de hoed en de rand, we staan heel nauw in contact met de
dierenarts als de nood aan de man is. Zodra de pups geboren zijn,
wordt het een drukke bedoening: de hele dag erbij, andere hon-
den erbij, mensen, kinderen, de buurt erbij, vrienden, kennissen,
alles komt kijken, zindelijk maken, lawaai maken, noem het alle-
maal maar op, dáár wordt een basis gelegd. Voordat de pup weg-
gaat met acht weken, heeft hij wel een dusdanige ontwikkeling
doorgemaakt, die hij lange tijd meedraagt en waar hij lang profijt
van heeft.” Hoe het zit met die hoed en die rand legt Yvonne uit.
“Met 58 dagen ga ik naar bed met de monitor en zo gauw ik het
hoor dan eruit en mee met de bevalling, ik heb alle pups zelf als
eerste vastgehad maar de honden, de teven zelf vinden het ook
heel prettig als je erbij bent.” In die periode is het heel belangrijk
dat er dan al geen stress is. Een pup die alleen ligt in een hoek,
niet bij de rest en de moeder, krijgt het koud en gaat tekeer. Als
Yvonne er dan niet bij is om hem bij de moeder te schuiven, is er
grote paniek in die hoek. Dat kan al een heel verkeerd begin zijn.
Yvonne doet ook al wat testjes, pakt de pups gewoon op en voelt
aan de structuur van de huid of een pup bijvoorbeeld wat minder
voeding heeft gekregen. Soms zit er iets zwaks tussen, dan regelt
de natuur het zelf. “Maar de eerste nacht ben ik er altijd bij. Punt
één: de teef moet eraan wennen, en punt twee: het kan met de
teef fout gaan. Daaromhou ik het altijd nog één nacht in de gaten,
maar dan, en dat streven heb ik voor mezelf wel gesteld, dan zet ik
het uit en dan weet ik ’s morgens, dat het goed is.”
Kleinschalig
Kennel Vom Haus Valkenplatz is kleinschalig, niet alleen qua be-
huizing. Wim en Yvonne fokken twee, hooguit drie nestjes per
jaar. Een goede fokker kent zijn teven door en door en weet pre-
cies wanneer het genoeg is. Een goede fokker voelt zijn teven
ook precies aan. Met het nieuwe fokbeleid is dat wel eens lastig,
je moet keuzes maken en dan ga je soms helemaal tegen je ei-
gen gevoel in: het moet nu, want als ik het uitstel dan komt het
allemaal niet meer uit. Doordat de Raad van Beheer zo streng is
geworden in zijn maatregelen kun je je gevoel niet meer volgen,
zoals Wim en Yvonne dat bijvoorbeeld wel nog bij Xhantippe
hebben gedaan. “Xhantippe van Blommerschot, de teef die ik
als pup van Roger Snollaerts gekocht heb, dat was een hond
van Bert Antonissen, de vaderhond was Omar vom Kahlenbach,
Xhantippe was de laatste die overbleef, die zou eigenlijk Whitney
genoemd moeten worden, maar hij noemde haar Xhantippe. Ze
kwam bij ons en wij zijn er mee aan de gang gegaan, de moeder-
hond van Orthan, van Onix enz. Ze heeft denk ik alles bij elkaar
Wim met Yosh
1,2,3,4,5,6,7,8 10,11,12,13,14,15,16,17,18,19,...28
Powered by FlippingBook