11
algemeen
VDH
wikkelen (anders dan bij HD). Het is een erfelijke aandoening, in
verschillende (vele) rassen voorkomend tot wel 22% in een on-
derzoeksgroep. Bij de Duitse Herder komt de L8 in 5-8% van de
honden voor (!), dit gegeven kom je in vele studies tegen en komt
overeen met mijn eigen databank. Een L8 heeft als kenmerken:
het spinaaluitsteeksel is niet vergroeid met de sacrale kam (dit
zijn de normaal vergroeide spinaaluitsteeksels van het heilig-
been), er is een onvolledige tussenwervelschijf tussen L8 en S1
(tussenwervelruimte is vaak vernauwd), vormvariatie in de dwar-
suitsteeksels, niet symmetrische vorm van de dwarsuitsteeksels,
variatie in contact tussen de dwarsuitsteeksels en bekken, ver-
draaiing over verticale of horizontale as en een asymmetrische
verbinding tussen bekken en heiligbeen. In 50% van de L8 geval-
len is L8 symmetrisch en dan is de bekken- heiligbeenverbinding
ook in 82% daarvan symmetrisch.
Bij een asymmetrische L8 is de bekken- heiligbeenverbinding in
50% van de gevallen symmetrisch. Is L8 symmetrisch dan is L8 in
maar 15% van de gevallen verdraaid. Is L8 asymmetrisch dan is die
in 50% van de gevallen verdraaid, waarvan weer 85% verdraaid
naar de kant waar L8 geheel of gedeeltelijk is vergroeid aan het
bekken met zijn dwarsuitsteeksels en, om het nog ingewikkelder
te maken, is dan aan die kant de bekken- heiligbeenverbinding
vaak korter dan aan de andere kant. Honden met een L8 hebben
veel meer risico op CES en ook gemiddeld eerder. Reuen met een
L8 hebben een tweemaal groter risico op CES dan teven. Duitse
Herders hebben sowieso een groter risico op CES, ook door het
hogere percentage L8 in dit ras.
BELANGRIJKE CONCLUSIES WAT BETREFT L8
Honden met een L8 zijn altijd ongeschikt voor de fokkerij. Hon-
den met een niet vervormde, symmetrische en niet verdraaide L8
zijn geschikt maar iets minder geschikt voor sport- of werkhond.
Honden met een op een of andere manier afwijkende L8 zijn on-
geschikt voor sport en werk wegens het hoge risico op (vroege)
problemen zoals CES. Stel (waarschijnlijk) de L8-afwijking is erfe-
lijk gezien recessief dan betekent dat bij 5% tot 8% lijders in de
populatie er ongeveer 40% dragers zijn.
Dit maakt deze afwijking tot iets om terdege rekening mee
te houden in fokkerij en de sport. In verband met een vroege
carrièrerichting van de hond kun je al bij 7 weken oud, via een
zijdelingse röntgenfoto, voor 95% zeker een L8 aantonen. Bij on-
geveer 7 maanden oud is zo goed als zeker een L8 aan te tonen
via een zijdelingse foto en een foto in rugligging. Misschien een
ingewikkeld verhaal, maar hopelijk voor velen van u toch een ver-
duidelijking van deze materie. Inmiddels heb ik ook contacten
gelegd om zo mogelijk te komen tot een L8-DNA onderzoek, en
het in kaart brengen van het voorkomen van L8 in verschillende
lijnen zou ook kunnen helpen in het ontrafelen van de vererving.
Vooralsnog iedereen veel succes gewenst in de hobby en het
werk met de Duitse Herdershond.
Jan Kooken, dierenarts. Dierenartsenpraktijk de Meemortel te Budel
(Zichzelf toegelegd op radiologische diagnostiek en inmiddels
behoorlijk, ook internationaal bekend)
7 normale lendewervels
Grote, in normale positie L8