NATUURTALENT
Vanaf dag 1 af was Renate bezeten van de sport en dan wel zowel
in de opbouw van een hond tot IPO I als ook het voorbrengen. Ze
vertelt: “In de africhting vind ik het leuk om een hond alles aan te
leren en als ze dan op IPO I niveau zijn, is het veel herhalen en dat is
minder uitdagend. Speuren vind ik veel lastiger en daardoor minder
leuk. Ik vind het een beetje stom om lukraak in een weiland te lopen
om een spoor uit te zetten, zelf raak ik ook vaak het spoor bijster. In
mijn beleving moet een hond naar iets “echts” zoeken, niet naar een
voorwerp maar naar een mens, maar ja - ze haalt haar schouders op
- het hoort erbij, dus ik doe het wel, hoor.” Jochen vult aan haar aan.
“Ja, gelukkig vind ik dat onderdeel wel weer erg leuk, Renate is een
klasbak in de africhting, ik heb minder geduld en verpruts wat va-
ker iets wat ik in weken heb opgebouwd, we zijn een perfect team”.
Renate vertelt dat ze liever 10 x 5 minuten op het veld met de hond
traint om een oefening goed aan te leren dan een langere periode.
Ik knik en geef haar gelijk.
En welke honden Renate en Jochen verder nog houden? Puck von
Fedelia, een reu van 3 jaar waar ze al 2 jaar volop mee trainen, de
vader van het nest van 9 die ze thuis hebben, met een teef in Zucht-
miete. Maar omdat hij gelijktijdig uitgebracht werd met Newton
lukte het niet om hem op de Bundesziegerzuchtschau te laten zien.
Verder is er nog een teef Yois van Intercanina genaamd. En heeft Re-
nate nog een reu, Olymp von Stadt Spenge. In totaal hebben ze nu 4
volwassen honden in de kennel die allemaal in topconditie zijn. Het
grootste deel van hun spaarzame vrije tijd brengen ze door in Duits-
land, ze leerden elkaar in de zomer van 2011 kennen.
Momenteel werkt ze hard omNewton eindmaart aangekeurd te krij-
gen en begint ze dit weekend met een VZH-examen, gevolgd door
IPO I. “De hond is er klaar voor”, zegt ze zelfverzekerd.
DE EERSTE KEER
Renate weet het nog precies. Haar eerste clubmatch, waar ze zelf een
hond voor mocht brengen. “Ik was nerveus, maar kreeg toch het ver-
trouwen om het te mogen doen en dat is belangrijk voor beginnen-
de voorbrengers.” Jorgen vult aan: “Je ziet meteen of iemand talent
heeft, het goed voorbrengen is niet te leren, dat moet in je zitten. De
fijne kneepjes kun je aangereikt krijgen, maar het moet vooral een
mooie combi zijn met chemie tussen voorbrenger en hond”. Renate
vult aan: “ik speel graag met een hond, beetje meer lijn, beetje min-
der. Het is zaak om alle kleine details in de gaten te houden en dat
vergt concentratie. Daarnaast moet je atletisch gebouwd zijn, anders
hou je het niet vol. Soms zie je oudere voorbrengers met een boel
ervaring, maar dan lijkt het toch niet meer zo mooi in de ring. Iets om
rekening mee te houden, oude rotten moeten tijdig een stapje opzij
zetten om juist de jongeren een kans te geven”.
Doordat ze zich steeds verder ontwikkelde kreeg ze steeds mooiere
honden om uit te brengen en daar werd het nog leuker van. Vooral
ook omdat het best conditioneel pittig is een hond correct voor te
brengen. “Dat kost veel kracht, maar als je het goed doet, voel je de
wisselwerking tussen jou en de hond en dan kun je je concentreren
op de keurmeester. Met een ongetrainde hond ben je vooral alleen
bezig om hem in de ring te houden, daar ga je kapot aan”.