VDH maart 2015 - page 12

Let wel, het heiligbeen (sacrum) is een normale blokwervel (S1
t/m S3). Blokwervels zijn niet te verwarren met door spondylo-
se ernstig vergroeide wervels;
• Vlinderwervels, dit zijn aangeboren vlindervormige wervels,
vaker voorkomend bij rassen zoals de Boston Terriër en Engelse
Bulldog.
• Afwijkende wervels in vorm of met niet symmetrische ge-
wrichtsvlakken en spinaaluitsteeksels (het naar boven gerichte
uitsteeksel boven op de wervel), vaker betreft het hier T10 en
T11;
• Abnormaal aantal wervels exclusief de staartwervels. Zeer vaak
betreft het hier de lendewervels, ook wel bekend onder de 8e
lendewervel of lumbale overgangswervel en in het Engels: lum-
bosacral transitional vertebrae (LTV). Deze wervel heeft ken-
merken van zowel een lende- als van een sacrale wervel. Verder
in dit artikel zullen we deze wervel L8 noemen;
Er zijn zeer veel afwijkende/variabele vormen van L8, van bijna
een lendewervel via vele tussenvormen tot bijna een sacrale wer-
vel. Soms is het nodig om alle T en L-wervels te tellen om te bepa-
len of er sprake is van een L8. Een zijdelings te maken röntgenfoto
moet bepalen of L8 voor of achter de lumbo-sacrale hoek zit.
CES
Een veel voorkomende verkregen oorzaak van rugpijn en kreu-
pelheid is het paardenstaartsyndroom of wel cauda equina syn-
droom (CES). Deze afwijking geeft pijn door druk op de eindze-
nuwen van het ruggenmerg ter hoogte van L7-S1 en eventueel
L7-L8. De belangrijkste oorzaken van CES zijn: een L8, vernauwing
van het ruggenmergkanaal door onbekende oorzaak, spondylo-
se, tumoren, discusziektes zoals hernia, kraakbeenafwijkingen
aan S1 e.a.
CES komt meer voor bij de grotere rassen en meer bij reuen dan
bij teven, ook opvallend vaak bij de Duitse Herdershond. Het ver-
schil bij reu en teef komt waarschijnlijk door het verschil in groei-
snelheid, het gemiddeld groter zijn en door krachtiger bewegen
(lees: hogere belasting van L7-S1). De belangrijkste symptomen
zijn: niet willen springen, niet traplopen, moeilijk opstaan, pijn in
achterwerk, gedeeltelijke verlamming van linker- of rechter ach-
terbeen, verminderde bespiering achterhand, staartverlamming
en in de ergste gevallen urine en/of ontlasting incontinentie. Het
“all-over” symptoom is: verergerende pijn in/aan achterwerk.
NB 78% van de honden met een L8 en spondylose aan L7-L8 heb-
ben of ontwikkelen CES. Maar 15% van de honden zonder deze
afwijkingen ontwikkelen CES, en dan ook nog gemiddeld op late-
re leeftijd. Honden met één afwijking (L8 of spondylose) ontwik-
kelen in 56% CES.
Diagnostiek van L8 en spondylose gaat via röntgenonderzoek. De
diagnose CES wordt vaak alleen klinisch gesteld als waarschijn-
lijkheidsdiagnose, maar dit is te “bewijzen” met een CT-onder-
zoek. Een CT (computer tomografie) berekend uit röntgenopna-
mes - beelden als doorsneden tot 3d beelden aan toe. Begin 2015
zullen we deze techniek ook in de dierenartspraktijk voorhanden
hebben.
DE L8 VERDER BESPROKEN
Een L8 kan door zijn asymmetrie een draaiing van zichzelf en van
het bekken veroorzaken (zowel verticaal als horizontaal), waar-
door ook de heupen links en rechts verschillend kunnen ont-
In alle richtingen verdraaide en scheve L8
Normale L7
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11 13,14,15,16,17,18,19,20,21,22,...28
Powered by FlippingBook