Het blijft fascinerend om te zien hoe moederhonden voor hun pups zorgen. Zo heb ik veel tijd doorgebracht
met het observeren van de grote populaties van dorpshonden in Afrika en Thailand. Dorpshonden zijn huishon-
den en dus geen wilde honden.
MOEDERGEDRAG BIJ HONDEN
BEMOEI JE ER NIET TEVEEL MEE!
De onwetende westerse toerist, de leek, ziet alleen ‘straathonden’. Deze toerist
is niet in staat om te zien dat deze dorpshonden een belangrijke rol hebben voor
de mensen en huisdieren in hun dorpen.
LEEUWENDEEL
Moedergedrag is hoe een moeder zich gedraagt in het bijzijn van haar nakome-
lingen. Bij de meeste diersoorten is het voornamelijk de moeder die de nako-
melingen verzorgt, en de hond is hierop geen uitzondering. Door middel van
natuurlijke selectie is het gedrag van vrouwelijke dieren zo geëvolueerd dat zij
het leeuwendeel van de zorg voor nakomelingen op zich nemen.
Ook bij wilde honden zijn het voornamelijk de teefjes die de puppies verzorgen,
maar de vader (ook wel de alfareu genoemd) en andere volwassen roedelleden
zijn geïnteresseerd in het voeden en opvoeden van de puppies zodra de pup-
pies het nest verlaten. Het onderzoek dat mijn team deed in de jaren ’80 maakte
duidelijk dat onze honden hetzelfde gedrag vertonen in een gedomesticeerde
omgeving.
HORMONEN
Moedergedrag van wilde honden en huishonden is dus bijna identiek. Zodra de
pups geboren zijn, droogt de moederhond hen af, ze houdt ze warm, ze voedt
de puppies en likt ze schoon. Het moedergedrag di-
rect na de geboorte van de pups wordt bepaald door
hormonale processen. Er kunnen problemen ontstaan
als de pups te vroeg geboren worden. Schijnzwanger-
schappen resulteren ook in hormonale veranderingen
waardoor een teef in bepaalde mate moedergedrag
zal vertonen. Het lijkt er op dat moedergedrag zelf-
versterkend is. Studies hebben aangetoond dat het
dopaminegehalte in de nucleus accumbens (een deel
van de hersenen) toeneemt wanneer een teef moe-
dergedrag vertoont. (Dopamine speelt een grote rol
bij het ervaren van genot, blijdschap en welzijn, zowel
bij mens als dier).
BETEKENIS
Als de pups ouder worden, leert de moederhond hen
bepaalde dingen. Deze lessen in hondentaal starten
ongeveer wanneer de pups gespeend worden. Iede-
re pup kan grommen en snauwen. Dit is gedrag dat,
net zoals verzoeningsgedrag, aangeboren is, maar de
4
algemeen
VDH
8