Door de levenswijze van de huismijten wat
beter te leren kennen, kunnen we proberen
om de belasting van de hond met omge-
vingsallergenen zo laag mogelijk te houden.
HUISSTOFMIJTENENVOORRAADMIJTEN
Er zijn twee soorten huismijten: huisstofmij-
ten en voorraadmijten. Deze mijten zijn ge-
noemd naar de plaats waar ze het eerst zijn
gevonden en meestal het vaakst voorko-
men, maar dat betekent niet dat in huis uit-
sluitend huisstofmijten voorkomen en dat
voorraadmijten alleen in voorraden leven.
Huisstofmijten zijn de ‘natuurlijke’ bewoners
van de verblijven van mensen en dieren: ze
komen in grote aantallen voor in tapijten,
bedden, banken, etc. Maar we kunnen ze
ook wel aantreffen in voorraden, bv. meel-
voorraden.
Voorraadmijten komen het meeste voor in
stallen, hooi, en voorraden van bv. graan,
meel, en in keukens. Ze bevinden zich ook
wel in huis, waar ze meestal terecht komen
vanuit voedselvoorraden. Vooral de hooimijt
kan zeer goed gedijen in huis, met name in
vochtige huizen.
VOCHTIGHEID
De huismijten’flora’ op een bepaalde plek,
bijvoorbeeld in een huis, is afhankelijk van
verschillende factoren: de aanwezigheid van
voedsel voor de mijten, de temperatuur en
de luchtvochtigheid.
Huisstofmijten houden over het algemeen
erg van schimmelsporen en huidschilfers,
terwijl voorraadmijten liever eiwitrijk eten
willen, bv. kaas, gedroogd fruit, granen,
voedselresten, en schimmels. Schimmels
worden dus door alle huismijten als voe-
dingsbron gebruikt en een verslechtering
van de leefomstandigheden voor schimmels
benadeelt daarom ook de mijten en omge-
keerd.
Huismijten gedijen het beste in een omge-
ving met een temperatuur tussen de 20° en
30° C en bij een relatieve luchtvochtigheid
70-90 %. De mijtenflora in huis varieert daar-
door per plaats en per seizoen. Vooral de
luchtvochtigheid is van groot belang voor
de mijten.
MAATREGELEN
Praktisch gezien betekent dit voor ons kli-
maat dat wij in huis voornamelijk huisstof-
mijten hebben, en relatief minder voorraad-
mijten. Bij het bestrijden van de mijten in
huis moeten we dus rekening houden met
de leefomstandigheden van huisstofmijten:
dit betekent dat huidschilfers en schimmel-
sporen niet de kans moeten krijgen in de
omgeving te blijven liggen, en dat we de
combinatie van een hoge luchtvochtigheid
en hoge temperatuur in huis moeten vermij-
den.
In huis zijn bedden en ligplaatsen de be-
langrijkste verzamelplaatsen voor omge-
vingsmijten. Daar vinden mijten voldoende
voeding, vochtigheid en warmte. Bij het be-
strijden van de mijten moeten deze plaatsen
de meeste aandacht krijgen.
In de maanden mei/juni en september/ok-
tober stijgt de luchtvochtigheid. Dit is voor
de mijten heel gunstig, waardoor ze zich in
deze periodes snel kunnen vermenigvuldi-
gen. In deze periodes moeten we de antimij-
tenmaatregelen dus extra streng toepassen.
Demeeste hondenmet atopische dermatitis (eczeem) zijn allergisch voor huismijten: ze reageren overgevoelig op allergenen die demijten
en hun uitscheidingsproducten bevatten. Maatregelen om de belasting met mijt-allergeen vanuit de omgeving kleiner te maken, kunnen
mogelijk bijdragen aan een vermindering van de jeukklachten van de hond.
Feiten over mijten
Allergieën bij honden
Alleen
stofzuigen is
niet voldoende