ruim genomen en houdt rekening met de diverse belangen,
zo ook de datum van de hoorzitting. Kgp. AVC heeft onnodig
tijd gerekt door het verweerschrift pas op 4 september in te
dienen, bovendien is het niet aan de kringgroep de rechts-
macht van de commissie aan de orde te stellen. Het onthou-
den van de relevante gegevens aan de commissie over de
door dhr. Schinkel genoemde algemene vergadering van
april 2013 is daar een sprekend voorbeeld van.
4.
De commissie is van mening dat e-mailverkeer in het alge-
meen gerekend mag worden tot schriftelijk verkeer. Maar of-
ficiële besluiten en documenten dienen (vervolgens) schrif-
telijk te worden bevestigd door origineel getekende stukken
zoals een sanctie als schorsing of royement.
5.
Dhr. Schinkel heeft als voorzitter van kgp. AVC zelf het lid-
maatschap op 23 april 2013 schriftelijk opgezegd en aan de
leden van de kringgroep. meegedeeld.
6.
Dit besluit van dhr. Schinkel is ondanks zijn verzoek niet ge-
wijzigd door het bestuur van de kringgroep., ook niet door
het bezoek en de vraag om terug te komen op zijn besluit
van twee bestuursleden op 2 mei 2013. Op dit punt acht de
Commissie het beroep ongegrond.
7.
Derhalve duurt het lidmaatschap van dhr. Schinkel tot het
einde van het lopende verenigingsjaar en niet langer.
8. De aan dhr. Schinkel opgelegde schorsing op grond van
artikel 7 van de statuten van de kringgroep is weliswaar
in e-mail verkeer uitgesproken en aan de orde gekomen,
maar niet in de vorm van besluitvorming en in een brief
aan dhr. Schinkel vastgelegd met daarin opgenomen zijn
beroepsmogelijkheden. Het is de vraag of hij handelt in
strijd met zijn lidmaatschapsverplichtingen, met de sta-
tuten of reglementen of door handelingen of gedragin-
gen kgp. AVC op onredelijke wijze heeft benadeeld. Het
feit dat de discussie wordt gevoerd is onvoldoende. Bo-
vendien is de commissie van oordeel dat het recht van
hoor en wederhoor niet is toegepast.
9.
De commissie ziet daarom aanleiding om de schorsing nie-
tig te verklaren. Op dit punt acht de commissie het beroep
gegrond.
10. Dhr. Schinkel heeft daarom recht op terugbetaling van de
contributie vanaf het moment van schorsing tot het mo-
ment van feitelijk hervatten van de training.
11. Of dhr. Schinkel weer lid zal kunnen worden van kgp. AVC
is afhankelijk van de nog te volgen procedure binnen de
kringgroep. De commissie kan niet op deze besluitvorming
vooruitlopen.
De uitspraak van de commissie
Op grond van het bovenstaande heeft de commissie op 25 sep-
tember 2013 besloten het beroep van dhr. Schinkel gedeeltelijk
gegrond te verklaren.
Tevens bepaalt de Commissie dat:
a.
ieder de eigen kosten van rechtsbijstand in deze beroepzaak
draagt;
b. kgp. AVC de organisatiekosten van deze beroepzaak ad €
250,- betaalt aan het hoofdbestuur van de VDH één maand
na uitspraak van de commissie.
c.
het gestorte bedrag als bedoeld in artikel 11 B van het regle-
ment van de commissie voor de helft zal worden terugbe-
taald aan dhr. Schinkel;
d. gelet op artikel 18 A van het reglement van de commissie,
deze uitspraak bij eerstvolgende gelegenheid zal worden
gepubliceerd in de ‘Duitse Herdershond’.
De commissie van beroep, Mr. J.P. van Dorp, voorzitter
Namens deze, D.B.F. Ligtenbelt- Fomenko, secretaris
Redelijkheid en billijkheid
De commissie van Beroep van de Vereniging van Fokkers en
Liefhebbers van Duitse Herdershonden (hierna te noemen ‘de
commissie’) heeft in de vergadering van 25 september 2013 het
beroepschrift behandeld van de heer J.H.J. Hassing te Riethoven.
Het beroep bestaat uit:
1. Een klacht d.d. 26 februari 2013 waarin de heer Hassing
beroep aantekent tegen het besluit van het hoofdbestuur
van de Vereniging van Fokkers en Liefhebbers van Duitse
Herdershonden (hierna te noemen ‘hoofdbestuur’) d.d. 23
januari 2013 , zoals verwoord in de brief van 30 januari 2013
kenmerk BvS/ 12-000057 waarbij het eerder uitgesproken
royement van de heer Hassing wordt omgezet in het opzeg-
gen van het lidmaatschap van de Vereniging van Fokkers en
Liefhebbers van Duitse Herdershonden (hierna te noemen
‘VDH’) één maand na verzending van de brief van 30 januari
2013.
2. Een pleitnotitie d.d. 29 maart 2013 ter onderbouwing van de
klacht genoemd onder 1. met het verzoek het besluit met te-
rugwerkende kracht te herroepen.
3. Onderdeel 2. van de uitspraak op het beroepschrift d.d. 26 de-
cember 2012 (CvB 12-04) inhoudende dat het hoofdbestuur
slechts gedeeltelijk, althans niet volledig, althans onvoldoen-
VDH -
algemeen
-
57
Betreft: 13-03 Hassing/Hoofdbestuur VDH, opzegging lidmaatschap