Epilepsie is een ziekte waarbij terugkerende epi-
leptische aanvallen worden gezien die ontstaan
door ontlading in een deel van de zenuwcellen
in de hersenen. Net als bij de mens is dit bij de
hond een van de meest voorkomende neurolo-
gische aandoeningen. Grofweg bestaan er twee
verschillende vormen van epilepsie: primaire
epilepsie en secundaire epilepsie.
PRIMAIR EN SECUNDAIR
Primaire epilepsie is epilepsie zonder onderliggen-
de oorzaak, secundaire epilepsie is dus epilepsie
die wordt veroorzaakt door een onderliggend pro-
bleem. Hierbij kan gedacht worden aan lever-nier-
aandoeningen, een te laag suikergehalte in het
bloed (bijvoorbeeld ten gevolge van diabetes),
hersenaandoeningen (bijvoorbeeld een tumor of
een hersenvliesontsteking) en vergiftigingen. Bij
secundaire epilepsie moet de aandacht dus ge-
richt zijn op behandelen van het onderliggende
probleem en niet zo zeer op het behandelen van
de aanvallen zelf.
Primaire epilepsie kan bij alle hondenrassen voor-
komen maar er is een aantal rassen waarbij het
vaker wordt gezien, waaronder de Duitse herder.
Het is belangrijk om een epileptische aanval te
herkennen en daarom zullen de verschijnselen
besproken worden. Het valt in de praktijk echter
dikwijls tegen om goed onderscheid te kunnen
maken tussen een epileptische aanval en andere
aandoeningen die aanvalsgewijs voorkomen zoals
periodes van zwakte als gevolg van een probleem
in de zenuwen en spieren, een aanval al gevolg
van zuurstoftekort bij hartproblemen (syncope) of
zelfs gedragsproblemen. Daarom is het belangrijk
om een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving te
geven aan de dierenarts (zie ‘hoe verder’).
FASES
Er zijn verschillende fases te onderscheiden tijdens
een epileptische aanval:
• Inleidende fase (aura)
Deze fase kan sterk variëren in duur en wordt
gekenmerkt door afwijkend gedrag of een
dwaze blik in de ogen. Deze fase wordt soms
nog wel eens gemist.
• De aanval zelf (ictus)
• Omvallen en verlies van bewustzijn
• Krampen door het lichaam en van de ledema-
ten
• Schuimbekken
• Laten lopen van urine en verliezen van ontlas-
ting
Let op: gillen en janken tijdens een epilepti-
sche aanval is zeer ongebruikelijk en wijst eer-
der op een aanval als gevolg van pijn!
• Fase na de aanval (postictale fase)
De hond kan na de aanval nog suf en gedes-
oriënteerd zijn en soms zelfs tekenen van
blindheid vertonen. Sommige honden hebben
dorst of honger. Ook deze fase wisselt sterk in
duur.
Bij primaire epilepsie uit de aanval zich vaak zoals
hierboven in fases is beschreven (een gegenerali-
seerde aanval). Dit is echter niet altijd het geval en
de verschijnselen kunnen ook lokaal voorkomen
(een partiële aanval). Denk daarbij bijvoorbeeld
aan het trillen van een ledemaat. Meestal begin-
nen aanvallen partieel en gaan ze over in een ge-
generaliseerde aanval.
In dit artikel wordt de primaire vorm van epilepsie besproken. Als eigenaar
is het vooral van belang dat je een aanval herkent en weet wat je op dat
moment wel en niet moet doen. Verder wordt er doorgenomen waar je
nog meer op moet letten en worden er een paar handige tips besproken
die bruikbaar kunnen zijn bij het stellen van de juiste diagnose.
Epilepsie
Vooral rustig blijven
12
algemeen
VDH
Raak de hond niet
aan, ook niet in
een poging hem
gerust te stellen.