VDH mei 2013 - page 5

VDH -
algemeen
-
3
In een poging dit conflict op te lossen kan een hond conflictgedrag ver-
tonen. Wanneer je conflictgedrag ziet is er altijd sprake van stress, in
meer of mindere mate…
Conflictgedragingen zijn:
Ambivalent gedrag
Hierbij vertoont de hond een combinatie van gedrag uit twee verschil-
lende gedragssystemen. Dit kan twee kanten opgaan. Enerzijds kan er
sprake zijn van
simultaan ambivalent
gedrag. Simultaan betekent ge-
lijktijdig en ambivalent wil zeggen tweeslachtig/tegenstrijdig. De hond
laat hierbij gelijktijdig elementen uit twee gedragssystemen zien. Een
voorbeeld hiervan is angstagressie: de hond vertoont gelijktijdig (si-
multaan) zowel angst als agressie.
De tweede variant is
successief ambivalent
gedrag. Successief betekent
opeenvolgend. Een voorbeeld hiervan is een hond die achtereenvol-
gens het gedrag naderen (willen aanvallen) en wijken (angst) laat zien.
Overspronggedrag
Een tweede groep conflictgedragingen is de groep overspronggedrag.
Er worden weer twee verschillende gedragssystemen aangesproken,
maar ze remmen elkaar wederzijds af. Om het conflict op te lossen ver-
toont de hond een gedrag uit een derde gedragssysteem dat niets met
de situatie te maken heeft. Veelal zijn dit gedragingen uit het systeem
zelfverzorgingsgedrag of uit het systeem slaap- en rustgedrag. Enkele
overspronggedragingen zijn gapen, aan de grond snuffelen, rollen,
zichzelf likken/wassen, krabben, uitrekken, enz.
Autonome responsen
De derde groep conflictgedragingen zijn de
autonome responsen
. Auto-
noom betekent ‘niet onder invloed van de wil’ en respons is ‘reactie’. In
situaties van stress maakt het lichaam zich klaar voor actie (vluchten of
vechten). De hartslag gaat omhoog, bepaalde hormoonspiegels stijgen
(er wordt bijvoorbeeld adrenaline aangemaakt), de bloedvaten vernau-
wen zich, de hond gaat speekselen of krijgt juist een droge mond, de
spiertjes in de huid trekken zich samen, de ademhalingsfrequentie en
de lichaamstemperatuur stijgen en de stembandspleet vernauwt zich.
Als gevolg hiervan kunnen o.a. de volgende gedragingen optreden:
borstelen, hijgen, bek-aflikken, slikken en een hoge blaf.
Intentiebeweging
Een
intentiebeweging
is een onafgemaakt, geremd gedrag. Het is het
begin van een bepaald gedrag dat stopt bij de aanzet ervan. Voorbeel-
den hiervan zijn: pootje heffen en tongelen.
Redirectiegedragingen
Bij
redirectiegedrag
(= omgericht gedrag) tenslotte kan het gedrag niet
worden gericht op het object waarop de hond het eigenlijk zou willen
richten. In plaats daarvan richt de hond dit gedrag op iemand anders
die lager in rang staat of op iets anders.
Marian Servaas
RAADFOTO
Omschrijf het gedrag van de hond op deze foto.Wat zie je en wat kun je
daaruit concluderen?Wanneer je de omschrijving vòòr 14 mei instuurt
naar de redactie
), dan hebben we voor één van de
goede inzenders een aardigheidje in petto. In het volgendemaandblad
de oplossing.
Oplossing april
De volwassen hond op de foto heeft een lage positie (hij/zij gaat liggen
of komt net weer overeind). De oren staan naar achteren. Er is wit van
de ogen zichtbaar. De lippen zijn opgetrokken met de mondhoeken
naar achteren, de snuit is niet gerimpeld. De staart is niet te zien.
Je spreekt van agressie als de hond gromt en/of z’n tanden laat zien.
Deze hond doet dit vanuit een lage positie (oren achter, mondhoeken
naar achteren, lage houding). Hier is dus sprake van angstagressie,
waarschijnlijk gericht tegen de hond die er vlak bij staat.
De inzending die het dichtst bij deze oplossing zat kwam van Regina
Hoegee uit 's Hertogenbosch..
Simultaan ambivalent gedrag
1,2,3,4 6,7,8,9,10,11,12,13,14,15,...28
Powered by FlippingBook