VDH april 2016 - page 14-15

V.V.D.H.
België
organiseert
op
23‐24
april
2016
Het
weekend
van
de
Du itse
Herder.

Tentoonstelling

“Dijletrofee“

op
zondag

24 April 2016

Keurmeesters: R. Meyer
(Reuen) & C.
Ludwig
(Teven)

Terrein: Hippisch Centrum C&M
, Oude Schrieksebaan 85A, 2820 Bonheiden

Toegang
vanaf

8.00h
‐


Start keuringen
: 9.00h

Inschrijvingen Hilde Melders, Veerlepad 48,


B‐2230 Herselt

Tel
: +32
(0) 475/58.35.92
E‐mail
:
Of online via de website:




www.vvdh.be
Sluiting der
inschrijvingen
: maandag 18/04/16

Deelname
: 15 Euro

(alle klassen),

inclusief een 3 gangen maaltijd
!

Tijdens het weekend wordt
er naast de Dijletrofee ook nog onderstaande

georganiseerd
:

VVDH
selectie
voor Universal
Sieger WK
VVDH Kampioenschap Agility
VVDH Kampioenschap
IPO


VVDH Kampioenschap BOP


Wandeling


Demonstratie door de VVDH
jeugd


Verkoopstands

Meer
info over dit weekend via
:
algemeen
VDH
13
het aanvaardbare. Uit de statistiek blijkt dat toen al een duidelijk
secundair probleem om de hoek kwam kijken: het willens en wetens
binnen de grenzen van het toegestane houden van overgrote
exemplaren. De trend heeft zich steeds doorgezet en moet nu op
andere wijzen gekeerd worden.
In het kader van een beschouwing over het in dit artikel behandelde
probleem, is het nuttig om te definiëren dat het bij een bespreking
van de ‘schofthoogte’ uit biomechanisch standpunt feitelijk gaat
over de ‘grootte’ van de hond, dus de gehele hond qua afmetingen.
De grootte kan, met enige beperkingen, gemeten worden naar de
schofthoogte en is een wezenlijk onderdeel van de gebruikswaarde
van de Duitse Herdershond. Het oppervlak van een lichaam – en dus
óók het oppervlak van de spieren - neemt ten opzichte van inhoud
en gewicht af, naarmate het lichaam groter wordt! Met andere
woorden, hoe groter het dier, hoe geringer zijn spierkracht ten
opzichte van het eigen gewicht. Dit is een zeer belangrijk principe
wat het ook niet rechtvaardigt dat de standaard naar boven toe zou
bijgesteld worden.
Overigens bevat de standaardeenonregelmatigheid inde vergelijking
tussen de normstelling voor reuen versus teven. Bij beiden is het
verschil tussen aangegeven minimum- en maximummaat in absolute
zin 5 cm. Er van uitgaande dat teven 5 cm gemiddeld kleiner zijn dan
reuen, is de marge bij teven in relatief opzicht groter dan bij reuen.
Als de relatieve marge in evenredigheid bij de reuen zou bijgesteld
worden betekent dit een verruiming van bijna 0,5 cm.
Cijfermateriaal met betrekking tot de schofthoogte staat voor het ras
de Duitse Herdershond al een eeuw ter beschikking uit voornamelijk
de keurmaten bij de fokgeschiktheidskeuringen zoals die opgestart
zijn in Duitsland en in de meeste West-Europese landen waaronder
ook Nederland naar het zelfde model zijn ingevoerd.
Indeloopvandegeschiedeniszijn,zoblijktuitdecijfers,in herhalende
golfbewegingen de schofthoogtes van de honden toegenomen en
veelal na maatregelen weer afgenomen. Wel is de voortschrijdende
trend uiteindelijk toenemend geweest. Een ‘middelgrote’ hond
vanuit het perspectief van de totale populatie zoals die nu
voorhanden is, bevindt zich maar net onder de in de rasstandaard
aangegeven maximum-schofthoogte. Een zéér ongewenste situatie
die ten nadele werkt van de gebruiksgeschiktheid.
DE OORZAKEN
Bij het zoeken naar de mogelijke oorzaken staan drie zaken daarbij
met elkaar in verband:
(Bron: “Toename van de schofthoogte” – door J. Zijmers en P. Nefs, 1980)
1. Verbeterde milieu-invloeden (voeding, opfok, gezondheidszorg,
etc.)
2. De relatie tussen voorspeller en beslisser
3. De genetische oorza(a)k(en)
Toelichting bij punt 2: de voorspeller(s) (keurmeesters, maar ook de
maatschappelijke perceptie) zijn te beschouwen als de topmanagers
in de organisatie. In elke organisatie - groot of klein - moet het
management beslissingen nemen, die de positie en de toekomst
van de organisatie beïnvloeden. Doelmatig management omvat
de verantwoordelijke taak te zorgen voor de coördinatie binnen
het voorspellingsproces. Iedere manager benadert het voorspellen
verschillend, daarbij uitgaande van een andere achtergrond wat
betreftcapaciteitenenverwachtingen(maarookbeïnvloedbaarheid).
De beslisser handelt, direct of indirect volgens de uitspraken
van de voorspeller, volgens welk systeem hij meer voor- dan
nadelen ziet, doch slechts sporadisch volgens eigen overtuiging
en/of uit het oogpunt van strakke handhaving van het principe
‘gebruikshonden-fok primair’. Het komt helaas nog te weinig voor
dat keurmeesters zich strak houden aan het prevaleren van de
middelgrote hond boven de grotere jongens. Het moet toegegeven
dat een knaap van 65 cm, vaak een imposante verschijning is.
Punt 3 wordt, zo moge duidelijk zijn, door punt 2 beïnvloed.
De vererving van de schofthoogte is daarbij tevens afhankelijk
van de fokpartner en men heeft nogal eens de gewoonte dit te
onderschatten. Een mede bepalende factor is “toeval” (bij het
Vello zu den Sieben Faulen
1,2-3,4-5,6-7,8-9,10-11,12-13 16-17,18-19,20-21,22-23,24-25,26-27,28
Powered by FlippingBook