Nu zullen er beslist VDH leden zijn, die zeggen: “wie mogen
deze twee dan wel zijn en hoe komt zo’n redactie daar
nu weer verzeild?” Riemer van der Velde en zijn vrouw
Annie zijn al meer dan 23 jaar actief bij sc Heerenveen.
Riemer heeft onlangs afscheid genomen als voorzitter
van die club, maar blijft als adviseur nauw betrokken
bij zijn vereniging. Een club die in de beginjaren
nog in de eerste divisie speelde, maar gaande-
weg uitgroeide tot een voetbalvereniging die
er zijn mag. Maar, zoals hij diverse keren tijdens
ons interview stelde, “ik heb het niet alleen
gedaan, alleen kun je namelijk niets, maar het
is ons gelukt om al die 23 jaren, enthousias-
te mensen om de sc Heerenveen te verza-
melen. Je doet het immers samen met een
goed team.”
DUIVEN
Riemer van der Velde, geboren op 28 ok-
tober 1940, komt uit een gezin met drie
Je hebt wel eens momenten, wanneer je mensen bij hen thuis ontmoet, dat er ineens een goed gevoel
over je heen dwarrelt. En dat ondervond de redactie tijdens het gesprek bij Annie en Riemer van der
Velde uit Friesland. De hartelijkheid bij de ontvangst, die ook gedurende het interview aanwezig
was, voelde als een warme deken
DE LIEFDE VOOR DIEREN EN
SC HEERENVEEN ZIT IN HUN GENEN
kinderen. Zijn eerste ervaringen met sport waren o.a.
voetbal, postduiven, grasbaan racen, motorcross, voet-
balscheidsrechter en diverse bestuurlijke functies. Des-
tijds namen hij en zijn broer Wijtze het bedrijf van hun
ouders over en zij maakten van dit bedrijf een succesvol-
le groothandel in food en non-food voor de horeca, tot-
dat ze deze ondermening in 1997 verkochten en Riemer
fulltime voorzitter werd van de sc Heerenveen. Riemer
vertelde over de tijd dat hij duivenmelker was. Als ik het
soms wel eens te druk had op de zaak of ik wilde er even
uit, dan was het bijzonder aangenaam om je eventjes
een uurtje terug te trekken in het duivenhok. Het is zo
bijzonder, wanneer een ei ‘aangepikt’ wordt en er nieuw
leven ontstaat. Dat waren momenten, waar ik nog met
plezier aan terugdenk.
HONDEN
Maar wat heeft voetbal - hoe leuk dat het ook kan zijn -
nu met een Duitse herder van doen? De redactie was ge-
tipt dat Annie en Riemer ook een Duitse herder bezaten.
En daar wilden we natuurlijk wel wat meer over weten. Al vanaf hun trouwen, al
heel wat jaartjes geleden, hebben deze twee echtelieden, geboren en getogen
in Friesland, honden gehad. Van Boxer, Newfoundlander, Leonberger, Frieske
Wetterhound, Berner Sennenhond naar natuurlijk de Duitse herder!
KNUFFEL
Een leven met voetbal, maar zonder honden, dat zal niet zo gemakkelijk gaan
daar in huize Van der Velde. Zeker Annie is altijd stapelgek met honden geweest.
Nog tijdens de verlovingstijd (de ouderen onder ons weten het nog wel, destijds
was verloven heel gewoon) had Annie al een hond. Knuffel heette het goede
beest. Een beetje eigenwijs en erg zelfstandig. Liep iedere morgen op zijn dooie
gemak naar de zaak, deed daar zijn rondje, keek of alles nog naar behoren was
en na een tijdje rondgekeken te hebben, liep hij dan weer huiswaarts. Een druk-
ke weg oversteken, het maakte Knuffel niets uit. Het verkeer moest maar reke-
ning houden met zijn gewoontes.
FOKKEN
Nu hebben ze een Friese Stabij met een Mechelse inslag en een Duitse herder
teef. De Duitse herder komt van een fokker uit Bolsward. Wanneer je in hun hart
kijkt, dan zouden ze nog wel een nestje met de 4-jarige teef willen fokken. Maar
Annie gaf al aan “ik weet niet of ik dan afscheid van de pups kan nemen als
ze naar de nieuwe eigenaren gaan. Ik zal er beslist een aantal van houden. Ik
denk dat ik de nieuwe eigenaren niet zo leuk zal vinden… En bovendien, mijn
80-jarige moeder die hier naast woont, is ook een absolute hondenliefhebster.
De twee honden mogen dan ook graag in het aangrenzende huis vertoeven.”
MENTALITEIT
De winst van het voetbal zit hem in het fatsoen, is een van de uitspraken van
Riemer. “We hebben bij Heerenveen een rijke historie. Dat begon destijds al met
Abe Lenstra, de legendarische voetballer uit de naoorlogse jaren van het voet-
bal. Vanuit deze beginjaren zijn er heel veel trouwe supporters overgebleven.
Het is van belang dat tijdens de groeifase die je doormaakt, het fatsoen en goed
gedrag de boventoon blijven voeren. Van een bestuur, maar ook van de trainer,
gaat een voorbeeldfunctie uit. Het is eigenlijk een vicieuze cirkel,” aldus de oud
voorzitter. “Door goed en fatsoenlijk gedrag krijg je meer sponsors. Hierdoor
kun je betere spelers aanschaffen, waardoor er meer publiek naar de wedstrij-
den komt. Vervolgens worden de resultaten beter, komt er nog meer publiek
en inkomsten en kun je zeggen dat de cirkel weer rond is. Goed en fatsoenlijk
gedrag betaalt zich altijd uit, in welke vorm dan ook.”
MAXIMAAL
“Maar ook sociale controle en voorkennis bij een fatsoenlijke club is van belang”,
zo vervolgt Riemer. “Wij hebben hier in de afgelopen jaren nauwelijks politieas-
sistentie nodig gehad, omdat we van te voren al getipt waren, wanneer er zich
onverhoopt problemen zouden kunnen voordoen. En als men niet wil luiste-
ren, dan grijpt een zichzelf respecterend bestuur in. Neem nu bijvoorbeeld onze
twee honden. Als ze niet goed willen luisteren, dan ligt het niet aan de honden,
maar aan ons als eigenaren. Je geeft zelf de kaders aan, waar binnen gelegen-
heid is tot ontplooiing. Annie en ik nemen genoegen met de eigenaardigheden
van onze honden, maar bij spelers is het je taak om het maximale eruit te halen.
En daarvoor heb je een hele groep professionals bij de vereniging. Van trainer
tot fysiotherapeut en alles wat daar tussen ligt. Deze mensen zijn dagelijks in de
weer en weten als geen ander de sterke en minder sterke punten van spelers.
Daarom is het bijvoorbeeld voor een bondscoach ook zo moeilijk om met een
aantal begaafde voetballers een goed draaiend elftal te vormen. Hij ziet immers
deze jongens, die allemaal wel goed kunnen voetballen, te weinig.”
VRIJWILLIGERS
Natuurlijk zijn we benieuwd of Riemer nog tips voor onze vereniging heeft. Hij
heeft, samen met ‘zijn’ team, van Heerenveen een grote en goed draaiende club
gemaakt. “Verenigingen,” zo vertelt Riemer, “doen te vaak een beroep op de-
zelfde vrijwilligers, die al uren voor hun club klaar staan. Veel slimmer is het om
dan te zoeken bij de overige leden van zo’n club en deze
mensen persoonlijk aan te spreken. Ik kan me nog een
situatie voor de geest halen dat we tientallen jaren gele-
den vrijwilligers nodig hadden om de bar te draaien. Ik
ben op een middag met mijn fietsje het dorp ingereden
en heb toen een aantal mensen, van wie ik wist dat ze
wel wat voor de voetbalvereniging voelden, gevraagd of
ze nog enkele uurtjes over hadden op een avond. En als
je het de man of vrouw rechtstreeks vraagt, dan is mijn
ervaring dat de reactie bijna altijd positief is. De men-
sen die toen ‘ja’ zeiden, staan nu nog achter de bar! Een
persoonlijke benadering is wat dat betreft goud waard.
Datzelfde gebeurt er nu in het groot bij Heerenveen. Van
de ongeveer 130 medewerkers zijn er zo’n 65 bezig met
het voetbalbedrijf, de rest vindt z’n werkzaamheden in
overige taken, zoals administratie, horeca, onderhoud,
maar vooral in de commercie. En ook daar is persoonlijk
contact nog steeds belangrijk.”
WIJ-GEVOEL
Riemer is van mening dat het ‘wij’-gevoel te weinig aan-
wezig is in Nederland. Te veel zie je dat er van boven-
af regels worden opgelegd. Natuurlijk moet er wel een
koers worden uitgezet, maar een goed evenwicht is van
eminent belang. En van mensen met bewezen ervarin-
gen wordt veel te weinig gebruik gemaakt. De politiek
en/of de overheid zou ook veel dankbaarder moeten
zijn richting de vele vrijwilligers die onze verenigingen
bevolken. Men heeft dikwijls de mond vol met superla-
tieven over deze vrijwilligers, maar in de praktijk worden
deze enthousiastelingen te vaak behandeld als een on-
dergeschoven kindje. Daarom zou het goed zijn dat er in
een volgend kabinet een minister van sport zou komen.
Niet alleen voor de topsport maar zeer zeker ook voor
de breedtesport.
VISJE
Zo tegen de middag informeert Riemer of we zin heb-
ben om een ‘visje’ mee te eten. En hoewel ikzelf nu niet
bepaald te boek sta als een visliefhebber, ging op ons
bevestigend antwoord, Riemer de vispan aanzetten. In-
tussen vertelde Annie over haar bezoekjes aan rommel-
markten en bewonderden we het fraaie, gastvrije huis.
Ze zegt dat Riemer en zij altijd de pest in hebben, wan-
neer Heerenveen eens een keertje verloren heeft. Want
topsporters willen winnen, altijd en overal. En topspor-
ters zijn ze, Annie en Riemer. Intussen werden we naar
het ‘viskot’ geroepen. Al veel bezoekers van huize Van
der Velde hebben dat mogen ondervinden. Befaamd is
intussen hun zelf gebakken pangasius, tilapia en snoek-
baars met knoflooksaus. En ook als niet directe vislief-
hebber, heb ik er van gesmuld…dat moge duidelijk zijn.
Het loopt al tegen vieren als we afscheid nemen van de
familie Van der Velde. Annie en Riemer hebben in al die
jaren een indrukwekkend netwerk opgebouwd. En juist
dat netwerk zullen ze de komende jaren - wanneer ze
het al onverhoopt wat kalmer aan gaan doen - gaan ge-
bruiken voor hun geliefde sc Heerenveen.
Wim Severijnen
Marian Servaas
(december 2006)
10
algemeen
VDH
OP BEZOEK BIJ ANNIE EN RIEMER VAN DER VELDE
11
algemeen
VDH
Ik heb het niet alleen gedaan