VDH januari 2015 - page 6-7

Prof. dr. Smalhout is een internationaal befaamdmedicus enwetenschapper op het gebied van de anesthesie. Hij heeft een langemedische
carrière achter de rug en is bekend vanwege talrijke wetenschappelijke publicaties. Als gastdocent fungeerde hij op zeer invloedrijke inter-
nationale congressen van beroemde universiteiten en instituten.
Als je niet voor een hond kan zorgen, kan je
ook niet voor mensen zorgen
Interviewmet prof. dr. Bob Smalhout
Bob Smalhout is in vele maatschappelijke organisaties een gezag-
hebbend persoon en zeer bekend in de media: nieuwsbladen, radio
en tv. Behalve als anesthesioloog wordt hij ook zeer gewaardeerd
om zijn mening over medische ethiek en mag hij ook een filosoof ge-
noemd worden. Zijn wekelijkse column in het dagblad de Telegraaf
wordt door vele Nederlanders gelezen.
GEÏNTERESSEERD
Peter van Oirschot en ik gingen bij hem op bezoek. Natuurlijk wa-
ren we nieuwsgierig naar de medicus Bob Smalhout, maar nog meer
waren we geïnteresseerd in zijn rol als baas van twee Duitse herders.
We werden in Bosch en Duin hartelijk welkom geheten, niet alleen
door dhr. Smalhout zelf, maar ook door Chico en Iwan, zijn Duitse
herder reuen. Deze honden hebben een groot huis met een nog gro-
tere tuin tot hun beschikking en een baas die ervan houdt ommet ze
in de nabijgelegen bossen te wandelen.
COMMUNICATIE
Bob Smalhout heeft altijd honden gehad. Zijn voorkeur ging uit naar
de Duitse herder omdat het honden zijn die nog het dichtst bij de
natuur staan, ze lijken nog het meest op hun voorvader de wolf. Bo-
vendien hebben ze volgens hem ook de gunstige eigenschappen
van de wolf: veel uithoudingsvermogen, sterk, intelligent en snel. Je
kan met ze communiceren.
Als arts weet dr. Smalhout dat het voor veel mensen moeilijk is om
met elkaar te communiceren. Laat staan dat deze mensen dit met
honden kunnen. “Dat is een veel verfijndere vorm van communica-
tie, veel moeilijker dat met mensen. De relatie tussen mens en dier is
veel subtieler dan tussen mensen onderling. Er wordt meer gebruik
gemaakt van lichaamstaal en van de mogelijkheden van je stem, b.v.
intonatie en toonhoogte.”
IK SCHREEUW GEEN BEVELEN...
Deze manier van communiceren gebruikte hij ook bij de opvoe-
ding van zijn twee honden (twee halfbroers van dezelfde fokker).
“Ik schreeuw geen bevelen, ik praat met mijn honden. Ze verstaan
me: als ik ze vertel dat ik vandaag geen tijd heb om met ze naar het
bos te gaan, dan zie je dat ze de schouders ophalen, ze keren zich
moedeloos om en ploffen in hun mand. Ze weten heel goed wan-
neer ik met mijn werk, b.v. het schrijven van mijn column, klaar ben.
Wanneer ik telefonisch de laatste correcties doorgeef, staan ze op
om weg te gaan.”
BETEKENIS
Honden kunnen veel voor mensen betekenen, is Bob Smalhout van
mening. Op diverse terreinen heeft hij daar ervaring mee. “Wanneer
ik hier in de bossen mijn honden uitlaat kom ik nogal eens meer-
voudig gehandicapte kinderen tegen. Meestal zijn deze kinderen
doodsbang voor honden, maar mijn honden zijn extreem populair
bij ze. De honden gedragen zich ook anders, ze zijn voorzichtiger,
rustiger. Eén van mijn honden legt zelfs de stok, zijn kostbaarste be-
zit, bij een kind op schoot. Dit hebben ze niet geleerd, dat doen ze
van nature. Mensen kunnen dit vaak niet.”
Op mijn opmerking dat in veel gevallen, b.v. in verzorgings- of be-
jaardentehuizen, honden niet toegelaten worden, reageert hij hef-
tig. “Dat is misdadig! Weet u dat uit onderzoek in Duitsland blijkt
dat (oudere) mensen die ergens verantwoordelijk voor zijn, voor iets
moeten zorgen, minder snel een dokter nodig hebben en over een
betere conditie beschikken?” Wanneer ik hem vertel dat men in een
aantal gevangenissen (m.n. in Amerika) ook honden gebruikt, is hij
daar zeer positief over. “Prima om in dat soort gevallen honden te
gebruiken. Je zorgt ervoor dat mensen zich ergens voor verantwoor-
delijk gaan voelen, je herstelt hun sociale relatie. Een hond is niet,
zoals mensen wel vaak, bevooroordeeld. Een hond ziet de persoon
zoals hij nu is, niet zoals hij was.
KOSTENBESPARING
Dat honden ook nuttig kunnen zijn in een revalidatieproces heeft
dhr. Smalhout zelf ervaren. “Vorig jaar heb ik een hartoperatie on-
dergaan. Toen ik weer thuis was, kon ik nog niet veel. De honden
voelden dat aan, ik zag het aan de blik in hun ogen. Toch ging ik met
ze wandelen, iedere dag een stukje verder, iedere keer wat sneller.
Mijn honden hebben zeker bijgedragen aan het beter worden van
mij.”
Ik vertel hem dat op het internationale congres
over de interactie tussen mens en dier één van de
artsen van mening was dat er veel geld bespaard
kon worden in de gezondheidszorg als er meer
van speciaal opgeleide hulphonden gebruik ge-
maakt zou worden. De opleiding van deze hon-
den kan niet binnen de gezondheidszorg gede-
clareerd worden. Hoe kijkt hij daar tegenaan?
“Het lijkt me een goed idee dat de minister hier
wat inschikkelijkheid toont. Deze dieren leveren
een belangrijk aandeel in de gezondheidszorg in
z’n algemeen.”
Peters vraag over de lage waardering voor de
mensen in de zorg brengt hem op z’n stokpaard-
je. “Niets is beter voor kinderen dan ergens voor
moeten zorgen. Door leren zorg te dragen sta je
later anders ten opzichte van je medemens. Als je niet voor een dier
kunt zorgen, kan je ook niet voor mensen zorgen! Het is opvallend
dat je binnen mijn professie hondenbezitters tegenkomt. Veel ver-
pleegsters hebben een hond. Dit zijn ook mensen die in één oogop-
slag zien of iemand pijn heeft of bang is. Deze klinische blik zorgt er
ook voor dat ze goed met honden kunnen communiceren.”
AGRESSIE
Natuurlijk komen ook de Duitse maatregelen in ons gesprek aan de
orde. Peter vraagt dhr. Smalhout naar zijn mening over het muilkorf-
en aanlijngebod voor honden die groter dan 40 cm en zwaarder dan
20 kg. zijn. “De man die dat heeft bedacht, weet niet waar hij over
praat. Dat is een groot stuk onbenul. Schofthoogte heeft niets met
agressiviteit of gevaarlijk zijn te maken! Problemen ontstaan omdat
we in een steeds meer verstedelijkte maatschappij leven. Er is wei-
nig contact met de natuur; er zijn tegenwoordig schoolkinderen die
denken dat melk uit de fabriek komt. Je moet kinderen weer leren
omgaan met dieren, op school bijvoorbeeld. Onbekend maakt on-
bemind.”
BIJTINCIDENTEN
Peter gaat nog even door en noemt de statistische gegevens van
consument en veiligheid over de bijtincidenten met honden. “Zijn
alle bijtincidenten wel te wijten aan agressieve honden?” zo vraagt
hij zich af. Bob Smalhout is het met hem eens. “De ‘echte’ bijtinciden-
ten berusten op ernstige communicatiestoornissen. Daar moeten
we iets aan doen. Maar ja, een agressietest voor honden is al moei-
lijk, laat staan voor mensen.”
We hadden nog uren door kunnen gaan. Dhr. Smalhout is een aange-
name gesprekspartner. Na afloop van ons gesprek hebben we nog
even, samen met zijn vrouw, wat gedronken. Zij is al net zo gek op de
honden als hij. Aan het eind van de middag nemen we afscheid van
twee bijzondere mensen.
Marian Servaas
(december 2000)
Dit is het laatstemaandblad dat ik voor deVDHmaak. Voor deze speciale gelegenheid heb ik een aantal op-
merkelijkeartikelenuit de laatste15 jaargangenuitgezocht. Zezijnnogsteedsdemoeitewaardomte lezen.
Marian Servaas
4
algemeen
VDH
Voor veel mensen is het moeilijk
om met elkaar te communiceren
1,2-3,4-5 8-9,10-11,12-13,14-15,16-17,18-19,20-21,22-23,24-25,26-27,...28
Powered by FlippingBook