VDH juni 2014 - page 12-13

Vriendschap tussen kinderen en honden kan zo mooi zijn. Maar het gaat helaas niet altijd vanzelf. Zeker heel
jonge kinderen hebben voorbeeldgedrag en aanwijzingen van ouders en andere volwassenen nodig om te
beseffen dat ook een hond pijn en emoties kent.
Meestal is het lief bedoeld
Je kunt een pot met hondenkoekjes bij de voordeur zetten, zodat het bezoek de
hond bij binnenkomst wat lekkers kan geven.
PEUTERS
Bij peuters en kleuters gaat het in de relatie tussen kind en dier om het observe-
ren en vooral het elkaar aanraken. Zodra dit mogelijk is, moet het kind leren dat
een hond geen speelgoed is, maar een levend wezen. Het kind moet lief zijn voor
de hond en hem geen pijn doen. Dit is iets waar je als ouder goed op dient te
letten, want het is niet ondenkbaar dat de hond bijt als hem pijn wordt gedaan.
Een kind moet leren welke handelingen het wel en niet kan verrichten bij de
hond. Veel dingen die door het kind heel lief bedoeld zijn, kunnen door de
hond gezien worden als een dominante handeling. Hierbij kan gedacht wor-
den aan aaien over de kop, een arm om de nek van de hond slaan en over hem
heen liggen of staan. Ook moet het kind geen dingen doen die er voor de hond
uitzien als submissieve gedragingen zoals in de nabijheid van de kop van de
hond.
OMGANGSREGELS
Je kunt je kind al vroeg leren de hond onder de kop en op de borst te aaien;
dit wordt door de hond niet als bedreigend ervaren. Het kind mag wel zoek- of
REGELS OP EEN RIJTJE
Laat je kind
• De hond op de borst of op zijn flank aaien. Dit zijn geen‘dominante’zones
• Niet over de hond heen hangen, erop klimmen of erop zitten e.d.
• Niet over de grond in de buurt van de hond kruipen
• De hond niet benaderen als hij slaapt, ook hij heeft recht op rust;
• De hond niet benaderen tijdens het eten
• Niet bij de hond slapen, of andersom. Honden horen op een plek te slapen
die lager is dan het kind
• Niet de hond aanstaren. Dit kan hij als dreigend ervaren
• Niet naar de hond toelopen. Laat je kind de hond naar zich toe roepen. Dan
heeft de hond de keus omweg te lopen als hij geen zin heeft in contact.
• Geen trek- of stoeispelletjes doen met de hond. De hond zal altijd proberen
te winnen, wat bij kleine kinderen meestal lukt. Voor sommige honden kan
dit aanleiding zijn grensverleggend gedrag te gaan vertonen
• Altijd samenmet een volwassene de honduitlaten. Eenontmoetingmet een
andere hond kan resulteren in een vechtpartij en een kind dat alleen is kan
gebeten of meegesleurd worden
• Geen vreemde honden aaien zonder toestemming van ouders en eigenaar
van de hond
• Geen hond aaien die is vastgebonden aan bijvoorbeeld een lantaarnpaal of
buiten bij een winkel. Ook honden achter een hek mogen niet geaaid wor-
den; zij zullen hun territorium verdedigen
Zoals eerder vermeld is het voor ouders absoluut onverstandig het kind te
straffen in bijzijn van de hond. Een hond kan besluiten zijn baas te helpen bij
de opvoeding van het kind, wat nare gevolgen kan hebben.
Wanneer er al een hond in huis is op het moment dat
er een baby geboren wordt is het erg belangrijk dat je
je hond, nog voor de komst van de baby, went aan de
dingen die hij niet meer mag als de baby er eenmaal
is. Dit om te voorkomen dat de (mogelijk vervelende)
veranderingen geassocieerd worden met de baby zelf.
BIJTIJDS
Als aanstaande ouder zul je je voor de geboorte moe-
ten afvragen hoe de omgang met de hond op dat mo-
ment is en/of er gedragingen zijn van de hond waar
je je aan stoort (bijvoorbeeld veelvuldig blaffen, waar-
van de baby straks wakker zal worden). De hond zal
moeten wennen aan het nieuwe dagritme dat jullie als
ouders zullen hebben als de baby er is, daarom is het
raadzaam hier tijdig mee te beginnen. Het is ook niet
ondenkbaar dat de hond minder aandacht krijgt; ook
hier zal hij aan moeten wennen. Het is erg handig de
hond een eigen veilige plek in huis te geven, bijvoor-
beeld een bench, bij voorkeur op de plek waar hij nu
vaak ligt. De hond kan hier naartoe gestuurd worden
als dat nodig is, maar hij kan het ook gebruiken als
rustige plaats waar hij zich terug kan trekken (en kan
ontkomen aan grijpende kinderhandjes).
Het kan ook geen kwaad de hond te leren aan de fiets
en de kinderwagen te lopen zonder te trekken. Dit kan
heel makkelijk geoefend worden door regelmatig een
lege kinderwagen mee te nemen als je je hond uitlaat.
AAN ELKAAR VOORSTELLEN
Bij de eerste kennismaking van de hond met de baby,
zit de hond op de grond en de baby op schoot; de
baby is dan hoger dan de hond. Het kan geen kwaad
als de hond de baby wil likken, daar hoef je niet van
de schrikken. Sterker nog, als je er wel van schrikt, is
de kans aanwezig dat de hond dit niet begrijpt en on-
zeker wordt door de straf die hij krijgt. Dit kan hij gaan
associëren met de aanwezigheid van de baby.
Om te zorgen dat de baby extra leuk is, kun je je hond
iets leuks of lekkers geven zodra de baby in de kamer is
en hemmeenemen als er met de kinderwagen gewan-
deld wordt. Er moet altijd voldoende aandacht aan de
hond gegeven worden; krijgt je hond alleen aandacht
als de baby in bed ligt, dan is de verkeerde associatie
snel gelegd. Daarommag je je hond niet straffen als de
baby in de kamer is. Het is erg belangrijk dat het vele
bezoek, dat eigenlijk voor de baby komt, net als vroe-
ger bij binnenkomst eerst jullie hond aandacht geeft.
10
algemeen
VDH
Een kind moet leren dat een
hond geen speelgoed is, maar
een levend wezen
apporteerspelletjes met de hond doen, maar alleen als
(een van) de ouders aanwezig zijn (is), de hond zal an-
ders het commando van het kind mogelijk niet opvol-
gen, waardoor hij zich gesterkt kan voelen in zijn rang.
In plaats van naar de hond toe te lopen, is het beter als
het kind de hond bij zich roept als het met de hond wil
spelen of hem wil aaien. Als de hond dit niet wil, moet
het kind de hond met rust laten. Ook dit moet in aan-
wezigheid van de ouder(s) gebeuren. Het is erg leuk
voor kind en hond als ze samen dingen kunnen onder-
nemen, zolang de ouders er maar bij zijn!
Om problemen te voorkomen moet het kind ook/ver-
der leren de hond met rust te laten bij de voerbak, bij
de mand, als hij wat lekkers heeft gekregen of als de
hond slaapt. Als je zelf wat meer over hondentaal weet,
is het leuk dit aan je kind te vertellen: ‘vindt de hond
het nu leuk als ik hem aai?’ en ‘mag ik hem wel of niet
direct aankijken?’ Heel belangrijk om te weten is dat je
je kind niet mag straffen waar de hond bij is; de hond
zal jou dan misschien willen helpen bij het straffen van
de ranglagere (het kind).
VAN ZES TOT TWAALF JAAR
Alles wat over de peuter, de kleuter en de hond be-
schreven staat, geldt ook voor kinderen van zes tot
twaalf jaar oud. Er zijn echter wel een aantal aanvul-
lingen. Hoe ouder het kind wordt, hoe meer je het kan
leren. Daarom is het leuk om je kind langzaammaar ze-
ker te leren wat het betekent als je voor een dier moet
zorgen. Laat je zoon of dochter maar helpen met het
uitlaten van de hond en het verversen van het water.
Dit zijn wel nog steeds dingen die kinderen niet alleen
kunnen doen, aangezien de hond ze mogelijk (nog)
niet als ranghogere ziet.
Kinderen kunnen nu ook meer leren over hondentaal,
zoals de stand van de oren en staart, zodat ze beter
kunnen inschatten wat een hond wil. Dit kan conflicten
tussen kinderen en honden helpen voorkomen.
Ook kun je het kind voorzichtig betrekken bij de op-
voeding van de hond. Kinderen kunnen nog geen com-
mando’s geven aan de hond, maar kunnen al wel leren
hoe je een hond beloont en dingen aanleert. Hier zal
het kind later veel aan hebben. En natuurlijk moet je
nog steeds onthouden dat het kind in zijn rang afhan-
kelijk is van de ouders; het kan niet vaak genoeg ver-
meld worden: een kind mag nooit met de hond alleen
worden gelaten!
Pas vanaf ongeveer twaalf jaar zal de hond het kind
gaan accepteren als iemand die grenzen aangeeft. Dit
houdt in dat het kind pas vanaf deze leeftijd in staat is
de hond commando’s te geven en bepaalde (voor de
hond dominante) handelingen te verrichten. Ook kan
het kind pas vanaf deze leeftijd alleen met de hond
gaan wandelen, dat wil zeggen, als het kind er fysiek
toe in staat is de hond bij zich te houden.
Debbie Rijnders
11
algemeen
VDH
Kinderen en honden
1,2-3,4-5,6-7,8-9,10-11 14-15,16-17,18-19,20-21,22-23,24-25,26-27,28
Powered by FlippingBook