![]()
3
algemeen
VDH
Een pup is een vertederend wezen: speels en dartel, vrolijk en uitdagend, schattig om te zien,
een bolletje wol dat uitnodigt om vertroeteld te worden. Met enige regelmaat nemenmensen
contact op met de VDH omdat ze van plan zijn om ook een nestje te fokken. Ze willen weten
wat er bij komt kijken, welke fokpartner ze moeten gebruiken, wat ze moeten voeren etc. etc.
Vragen die ons noodzaken om toch de nodige kanttekeningen te plaatsen bij de fokplannen.
Eerste vereiste is dan toch wel dat de ouderdieren niet alleen de daartoe gestelde leeftijd heb-
ben bereikt maar ook de nodige gezondheidsonderzoeken hebben ondergaan. Het fokre-
glement van de vereniging (in het najaar wordt het VFR definitief) stelt bijvoorbeeld als mini-
male eis dat beide ouderdieren HD- en ED-vrij zijn bevonden (goede heupen en ellebogen).
Daarnaast ligt er een advies om niet te fokken met honden die lijden aan bepaalde erfelijke
afwijkingen zoals degeneratieve myelopathie, epilepsie of dwerggroei. Wanneer één van de
ouderdieren een drager is, raden we aan om daarbij uitsluitend een vrije ouder te gebruiken.
Daarnaast moet er op gelet worden dat de te gebruiken ouderdieren een goed karakter heb-
ben en een functionele bouw bezitten. Als dan ook nog het ouderpaar beide een africhting-
skenteken hebben behaald alsmede het examen Uithoudingsvermogen hebben doorstaan
én minimaal een ‘goed’ hebben behaald op een clubmatch, dan kunnen ze gekeurd worden
op fokgeschiktheid.
Na goedkeuring kunnen de pups uit dergelijk gekwalificeerde ouderdieren gerangschikt wor-
den onder de noemer ‘keurfok’, een term die specifiek voor de Duitse Herder geldend is en die
beschouwd wordt als de hoogste foknorm.
Maar de weg naar een product uit keurfok is lang en moeilijk. Na de geboorte volgt dan nog
een uitgebreid traject van zorg, inentingen, DNA-verificatie, socialisatie, administratie en na-
zorg. Wel krijgen de hondjes uit keurfok puppybemiddeling via de rasvereniging alsmede een
Certificaat van Fokniveau. Wordt niet aan alle voorwaarden voldaan dan kunnen de honden
nog wel stambomen krijgen, mits ze verder voldoen aan het Basisreglement Welzijn en Ge-
zondheid van de Raad van Beheer. Het is evenwel niet uit te sluiten dat ook onder pups uit
keurfok sommige exemplaren niet kunnen voldoen aan de vereisten. Dat risico blijft altijd
bestaan.
Daarom ligt er een advies om te werken met een koopcontract en uitgebreid informatiema-
teriaal te verstrekken aan de kopers. Daar hoort in te staan wat de fokker gedaan heeft om
goede fokdieren in te zetten, hoe hij een degelijke verzorging heeft gegeven aan moeder en
pups en welke gepaste adviezen er zijn verstrekt. Ook het wijzen op mogelijke afwijkingen die
in het ras voorkomen hoort daar in te staan.
De VDH gaat onder meer werken aan een voorbeeld info-boekje en verstrekt nu al stan-
daard-koopcontracten. Ook kunnen allerlei functionarissen goede informatie geven over de
verdere levensloop van de jonge hond. Er zijn puppycursussen op verschillende kringgroe-
pen, maar ook legio andere mogelijkheden om de Duitse herdershond een actief en gezond
leven te geven.
Pups zijn leuk, fokken is leuk, maar bedenk: aan alles zitten naast positieve zaken ook tegen-
vallers en verantwoordelijkheden. Een goede voorbereiding is bittere noodzaak alsmede het
niet uit het oog verliezen van de realiteit. Eigenaren van pups hebben ook goede nazorg en
belangstelling nodig.
Maar als dan op een goede dag een eigenaar van een fokproduct de fokker laat weten dat het
dier het zo goed doet, gezond is en een waardevol onderdeel van het gezin is geworden, ja
dan is fokken echt leuk!
Fokken
Eigenaren van pups hebben
ook goede nazorg en
belangstelling nodig.
