De termen ‘alphawolf’ en ‘alphahond’
zijn ingebakken in onze taal, maar
het idee van de ‘alpha’ is oorspronke-
lijk afkomstig van Rudolph Schenkel,
een dierengedragstherapeut, die in
1947, een toen baanbrekende studie
publiceerde: ‘Expressions Studies on
Wolves’ (een studie naar het onderling
communiceren en de expressie van
wolven).
DIERENTUIN
Tijdens de jaren ‘30 en ‘40 bestudeerde
Schenkel de sociale omgangsvormen
van in gevangenschap levende wolven
in de dierentuin van Bazel. Schenkel
constateerde in onderzoek dat zowel
een reu als een teef de ‘voornaamste’
dieren in de roedel waren. Hij beschreef
hen als ‘hoogst geplaatste wolven in de
roedel ‘. Hij merkte ook ‘gewelddadige
rivaliteit ‘ tussen de individuele leden
van de roedels op:
Een teef en een reu handhaven hun ran-
gorde als voornaamste dieren in de roe-
del en vormen, als enige leden van de
groep, een paar. Tussen hen is er geen
onenigheid over positie en rang, ondanks
dat kleine wrijvingen (jaloezie) niet onge-
woon zijn. Door het constant onder con-
trole houden van de leden van de roedel
en het onderdrukken van alle rivaliteit
(binnen hetzelfde geslacht) verdedigen
beide ‘alphadieren’ hun sociale positie.
En zo ontstond het begrip ‘alphawolf’.
Gedurende zijn onderzoek maakt
Schenkel zeer regelmatig vergelijkin-
gen tussen wolven en honden. Deze
ondersteunt hij graag met anekdotes
over onze huishonden. Wat Schenkel
hiermee aan wil geven: wolven leven
in roedels, waarin individuele leden
strijden om een hoge positie binnen
de roedel. Honden zijn hun gedomes-
DE ‘ALPHAWOLF’ BESTAAT NIET
De ‘alphawolf’, een tot de
verbeelding sprekend figuur. Het
idee van een superieure roedelleider,
die zich omhoog gevochten heeft
tot deze positie, spreekt ons enorm
aan en bepaalt het beeld dat we
hebben van het gedrag van wolven.
Maar de alphawolf bestaat niet.
Althans, niet in het wild…
Waarom alles wat je weet over wolvenroedels niet klopt
4
VDH
ticeerde broeders, en moeten dus soortgelijk gedrag verto-
nen.
RELATIES
Een belangrijk probleem met Schenkels wolvenonderzoek
is dat, hoewel het een eerste nadere bestudering van wol-
ven betreft, er geen onderzoek naar wolven in het wild
werd gedaan. Schenkel bestudeerde twee in gevangen-
schap levende roedels wolven, maar zijn onderzoek bleef
decennia lang de belangrijkste bron van informatie over
het gedrag van wolven. Latere onderzoekers deden hun ei-
gen onderzoeken naar in gevangenschap levende wolven.
Zij publiceerden soortgelijke resultaten betreffende domi-
nantie-ondergeschiktheid en leider-volger relaties. Daar-
naast werd het idee van de ‘alphawolf’ nog eens versterkt
door het in 1970 verschenen boek van dierbioloog L. David
Mech, ‘The Wolf: The Ecology and Behavior of an Endange-
red Species’ (De Wolf: De ecologie en het gedrag van een
bedreigde diersoort).
ERGERNIS
Mech besteedde in de jaren ‘60 een aantal jaren aan het
bestuderen van wolven in het Isle Royale National Park in
Michigan als onderdeel van zijn werk voor zijn proefschrift.
In Mechs boek weerklonken Schenkels ideeën over ‘alpha-
wolven‘ en op rivaliteit gebaseerde rangordes binnen de
roedel. Lezers van Mechs boek werd verteld dat dominantie
een belangrijke rol speelt in de sociale orde van alle wolfach-
tigen, en dat wolven van nature geneigd zijn om elkaar te
overheersen. Mechs boek werd een bestseller, en wordt tot
op de dag van vandaag herdrukt (tot Mechs grote ergernis).
Het boek maakte onze moderne ideeën over wolven voor
iedereen begrijpelijk, waaronder de op rivaliteit gebaseerde
rangorde. Hoewel Mech al tijden geleden afstand deed van
het idee van de ‘alphawolf, ‘ geeft hij toe dat als je de term
hoort, dit waarschijnlijk te danken is aan zijn boek.
KEERPUNT
In recentere jaren hebben diergedragsdeskundigen, waaron-
der Mech, steeds meer tijd besteed aan het bestuderen van
wolven in het wild. Het gedrag dat door hen werd waarge-
nomen verschilt enorm van het gedrag van in dierentuinen
levende wolven, zoals gepubliceerd door Schenkel. In 1999
werd Mechs artikel ‘Alpha Status, Dominance, and Division of
Labor in Wolf Packs‘ (Alpha status, dominantie en taakverde-
ling in wolvenroedels), gepubliceerd in het Canadian Journal
of Zoology. Dit wordt door velen beschouwd als een keer-
punt in het begrijpen van de structuur van wolvenroedels.
“Vooral het idee van de alphawolf als een ‘hoogstgeplaatste
wolf’ die een groep even oude soortgenoten aanvoert, is
misleidend” schrijft Mech in de studie van 1999. Mech maakt
een opmerking over onder andere een eerdere studie van
M.W. Fox, ‘Socio-ecological implications of individual diffe-
rences in wolf litters: a developmental and evolutionary per-
spective’ (een studie naar de mogelijkheid om aan de hand
van het gedrag van pups in het nest hun latere sociale status
te kunnen voorspellen), gepubliceerd in het blad Behavior in
1971. Mech verklaart dat zijn onderzoeken van wilde wolven
hebben aangetoond, dat wolven in gezinnen leven: twee ou-
ders samen met hun jongere welpen. Wolven hebben geen
aangeboren notie van rangorde, ze zijn geen geboren leiders
of geboren volgers. De ‘alphas’ zijn niets anders dan de ‘ou-
ders’. De jongen volgen de ouders, net zo vanzelfsprekend
als bij andere diersoorten. Niemand heeft een rol als leider
van de roedel ‘gewonnen’, de ouders zijn de baas over de
pups, omdat het nu eenmaal de ouders zijn.
FAMILIE
Terwijl men bij het bestuderen van gevangen wolven
niet-verwante, volwassen dieren zag samenleven in gevan-
genschap, trekken wolven in het wild met familieleden rond.
Jongere wolven doen geen greep naar de macht van de ‘alp-
ha’ om de leider van de groep te worden. Als wolvenjongen
ouder worden, worden ze vanzelf afgescheiden van de roe-
del van hun ouders, vormen een paar met een andere afge-
scheiden wolf, krijgen pups, en vormen zo hun eigen roedel.
Dit betekent echter niet dat wolven geen sociale dominantie
laten zien. Toen recentelijk een artikel, bedoeld om de ‘my-
the’ van de dominante hond te ontzenuwen, geplaatst werd
in Psychology Today, reageerde diergedragskundige Marc
Bekoff direct. “Wolven (en andere dieren, inclusief de mens),
tonen sociale dominantie” merkt hij op, “dominant gedrag is
nu eenmaal niet altijd eenvoudig te verklaren.” Dominant ge-
drag en dominantie relaties kunnen zeer situatie gebonden
zijn, en kunnen sterk variëren van individu tot individu, zelfs
binnen dezelfde soort. Het is niet het hele idee van ‘sociale
dominantie bij wolven’ dat als onwaar wordt bestempeld.
Alleen het idee van een simpele rangorde als basis van de
roedel wordt ontzenuwd.
MEER GENUANCEERD
In reactie op hetzelfde stuk verwees Mech naar een arti-
kel, dat hij in 2010 publiceerde, waarin hij zijn waarneming
vastlegde van het bij herhaling vastpakken en bestijgen van
een mannelijk roedellid gedurende zes en een halve minuut
Het achterhaalde idee van
de ‘alphawolf ‘ blijft
hardnekkig bestaan in de
wereld van het trainen en
africhten van honden.
algemeen