VDH -
algemeen
-
11
Voorbereiding
Om goed voorbereid naar een examen te gaan is het belangrijk
om allerlei situaties te oefenen. Bij een inzet kun je ook in allerlei
omstandigheden terecht komen.
Vaak moeten er veel kilometers gereden worden om goed te
kunnen trainen. Een goede puinlocatie ligt meestal niet om de
hoek. Als reddingshondengroep ben je ook afhankelijk van be-
drijven die een gebouw slopen. Niet iedere aannemer wil dat er
mensen met honden op zijn terrein komen. Gelukkig zijn er nog
steeds bedrijven die wel graag mee willen werken.
Bij de SRCN mag je pas op inzet als je het SIN examen hebt ge-
haald. Het is belangrijk om aan te tonen dat je als reddingshon-
dencombinatie aan bepaalde voorwaarden voldoet. Door te gaan
zoeken naar een vermist persoon schep je ook verwachtingen, bij
familie, bij omstanders en bij betrokken instanties als de politie.
Tijdens het zoeken
Als geleider ga je niet alleen aan het werk. Er is altijd een bud-
dy (zonder hond) bij. Deze buddy zorgt ook voor zaken als het
onderhouden van de verbindingen, letten op het terrein, foto’s
maken van aangetroffen goederen en zorg voor het slachtoffer.
Als er meerdere combinaties (geleider-hond-buddy) actief zijn is
er een inzetleider die de hele gang van zaken in de gaten houdt.
De inzetleider bepaalt ook de indeling van het terrein, wie zoekt
waar, hij/zij onderhoudt de contacten met de andere instanties
en eventueel andere reddingshondengroepen.
Bij een inzet in het buitenland is er een woordvoerder namens
de SRCN. Deze onderhoudt de contacten met de achterblijvers
(familie, vrienden) en met de pers. Bij inzetten is de pers vaak erg
geïnteresseerd. Ook de sociale media worden door de woord-
voerder bijgehouden.
Ook sluiten bij een buitenlandse inzet meerdere groepen zich bij
elkaar aan. Dit zijn dan vaak meerdere nationaliteiten en dus ook
talen. Engels is meestal de voertaal.
Materiaal
Naast de combinatie geleider/hond zijn er ook praktische zaken
te regelen zoals een goede uitrusting. Het gaat te ver om hier de
complete lijst op te gaan noemen maar denk aan zaken als por-
tofoons, lampen, goede kleding, een EHBO-tasje (voor mens en
hond), veiligheidshelm en -schoenen enz.
Voor een inzet in het buitenland komen daar nog zaken als ten-
ten, slaapzak, matje, kookspullen, eten, voer voor de hond enz.
bij.
Inzet
Over het algemeen zal in Nederland de politie een aanvraag tot
inzet doen. Voor het buitenland verloopt dit vaak via een van
de ministeries of de ambassade van het land waar het incident
(bijvoorbeeld een aardbeving) heeft plaatsgevonden. Maar ook
familie kan de SRCN via een centraal alarmnummer (06-5266704)
bereiken. Inzet vindt altijd op aanvraag en niet op eigen initiatief
plaats.
De reddingshondengroepen worden niet betaald. Het zijn vrij-
willigers die er veel voor over hebben ommensen te kunnen hel-
pen. Gelukkig zijn er sponsors en donateurs die het goede werk
steunen.
In een volgend artikel zal het verloop van een inzet worden ge-
schetst. Het gaat hier om een inzet in het buitenland door com-
binaties van de SRCN.
Lucy van Duijn-Mons
Ingrid Maassen
