VDH oktober 2016 - page 11

algemeen
VDH
9
Doet een pup dit vooral tijdens het spelen, dan is het belangrijk om spe-
len als oefening aan te leren. In speeltjes mogen ze wel bijten, maar zodra
ze een keer verhappen in jouw hand, dan stop je het spel onmiddellijk. Zo
kan een pup leren dat het bijten van ledematen niet de bedoeling is. Ook
deze aanpak kan al binnen een aantal keren werken. Merk je binnen een
aantal keer geen verandering, dan is een andere strategie voor jouw pup
geschikter (of het wordt niet juist toegepast).
Als een hond hapt vanuit opwinding of reageert op de beweging van het
lopen, dan moet de hond een andere focus aanleren in die situatie; soms
is afleiding met een speeltje heel simpel uitvoerbaar (bal in de bek als er
visite binnenkomt bijvoorbeeld). Voor andere honden is een ingewikkel-
dere training noodzakelijk. Vaak zijn dit soort problemen al langer aan de
gang; dan is het wel belangrijk om te kijken waarom de hond het doet en
de aanpak daarop af te stemmen.
Al eerder heb ik beschreven dat straf ongewenst gedrag wel kan stoppen,
maar nogal wat risico’s heeft. Straf kan ook hier ook een goede optie
zijn om het hapgedrag te verminderen, maar eigenlijk alleen als het nog
maar net is ontstaan. Met straf is de kans op verergering van het gedrag
namelijk aanwezig en dit zie ik als gedragstherapeut heel vaak bij mijn
klanten met jonge honden (herders en labradors zijn dan oververtegen-
woordigd). In dat geval zie ik bij jonge honden het volgende ontstaan: het
in handen happen is bestraft, maar de hond blijft juist terugkomen. Eige-
naren zijn in een soort vicieuze cirkel gekomen met straffen en de hond
gaat het steeds vaker doen. In die gevallen is door de straf de opwinding
verhoogd. Vaak wordt er ook niet aangeleerd wat de hond dan wél moet
doen in die situatie. Misvatting is dat de pup dan de strijd om dominantie
met je aangaat. In de meeste gevallen is er sprake van miscommunicatie;
de pup weet niet wat hij wél moet doen en heeft juist van de eigenaar
geleerd om zich te verdedigen omdat er steeds competitie aangegaan
wordt. Je traint dan als het ware zelf onbewust het ongewenste gedrag
verder ‘erin’.
Happen in handen of broekspijpen is dus vrij normaal herder-gedrag.
Maar er moet wel, het liefst zo snel mogelijk, aandacht aan besteed
worden. Leer de pup dus wat wél de bedoeling is in die situaties. En trek
aan de bel als je aanpak niet binnen korte tijd werkt; dan zul je een andere
route moeten kiezen.
Eline Teygeler – Tinley-gedragstherapeut voor dieren
/
& ANTWOORD
VRAAG
VRAAG:
Hoe leer je een pup/jonge hond af om (te hard) in je handen of
broekspijpen te bijten?
Antwoord:
Happen in handen en soms broekspijpen is een veel
voorkomend probleem bij jonge herders. Dat komt onder
andere omdat herders gefokt zijn om snel te reageren
op beweging; beweging wekt hun prooi-instinct op. Dit
gedrag is zelfbelonend; de pup vindt dit van nature leuk
en blijft dit doen als we niets veranderen. Happen in han-
den kan ook een uiting van opwinding zijn; de pup weet
dan niet wat hij moet doen en reageert zijn opwinding af
op jouw handen. Soms hebben pups dit aangeleerd van
mensen. Het is overigens niet verstandig om pups te leren
dat ze met handen mogen spelen of mogen hangen in je
broekspijpen. Het lijkt misschien schattig of stoer, maar als
hij wat kilo’s groter is dan vinden we het ineens niet leuk
meer. Vaak sluipt dit gedrag er onbewust in. Soms trainen
we het ook bewust; we willen dan misschien graag een
fanatieke hond die straks pakwerk mag doen. In beide
situaties creëer je onnodig een probleem voor later. Als we
van jongs af aan leren dat de pup bijt in voorwerpen en
niet in onze handen of broek, voorkomen we het aanleren
van dit ongewenst gedrag en leren we meteen respect
voor onze ledematen. En deze zelfcontrole is voor alle
herders belangrijk; of ze nou huishond zijn of een carrière
in de africhtingssport gaan doorlopen.
De aanpak verschilt per pup en de redenen waarom de
pup het doet. Dus ik bespreek een aantal algemene oplos-
singen. In alle gevallen geldt; werkt de aanpak niet binnen
5 keer, ga er dan niet meer door maar zoek een andere
aanpak (of hulp).
Als een pup dit nog maar net doet, en je roept de eerste
keren hard en hoog ‘au’, dan zullen ze vaak schrikken
en hun gedrag aanpassen. Zeker als je dit in combinatie
doet met het direct aanbieden van geschikt hapmateriaal
(speeltje). De pup leert direct ‘wat mag niet – én wat mag
wel’. De combinatie van beide is essentieel om een pup
iets aan te leren.
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10 12,13,14,15,16,17,18,19,20,21,...28
Powered by FlippingBook