algemeen
        
        
          VDH
        
        
          9
        
        
          Doet een pup dit vooral tijdens het spelen, dan is het belangrijk om spe-
        
        
          len als oefening aan te leren. In speeltjes mogen ze wel bijten, maar zodra
        
        
          ze een keer verhappen in jouw hand, dan stop je het spel onmiddellijk. Zo
        
        
          kan een pup leren dat het bijten van ledematen niet de bedoeling is. Ook
        
        
          deze aanpak kan al binnen een aantal keren werken. Merk je binnen een
        
        
          aantal keer geen verandering, dan is een andere strategie voor jouw pup
        
        
          geschikter (of het wordt niet juist toegepast).
        
        
          Als een hond hapt vanuit opwinding of reageert op de beweging van het
        
        
          lopen, dan moet de hond een andere focus aanleren in die situatie; soms
        
        
          is afleiding met een speeltje heel simpel uitvoerbaar (bal in de bek als er
        
        
          visite binnenkomt bijvoorbeeld). Voor andere honden is een ingewikkel-
        
        
          dere training noodzakelijk. Vaak zijn dit soort problemen al langer aan de
        
        
          gang; dan is het wel belangrijk om te kijken waarom de hond het doet en
        
        
          de aanpak daarop af te stemmen.
        
        
          Al eerder heb ik beschreven dat straf ongewenst gedrag wel kan stoppen,
        
        
          maar nogal wat risico’s heeft. Straf kan ook hier ook een goede optie
        
        
          zijn om het hapgedrag te verminderen, maar eigenlijk alleen als het nog
        
        
          maar net is ontstaan. Met straf is de kans op verergering van het gedrag
        
        
          namelijk aanwezig en dit zie ik als gedragstherapeut heel vaak bij mijn
        
        
          klanten met jonge honden (herders en labradors zijn dan oververtegen-
        
        
          woordigd). In dat geval zie ik bij jonge honden het volgende ontstaan: het
        
        
          in handen happen is bestraft, maar de hond blijft juist terugkomen. Eige-
        
        
          naren zijn in een soort vicieuze cirkel gekomen met straffen en de hond
        
        
          gaat het steeds vaker doen. In die gevallen is door de straf de opwinding
        
        
          verhoogd. Vaak wordt er ook niet aangeleerd wat de hond dan wél moet
        
        
          doen in die situatie. Misvatting is dat de pup dan de strijd om dominantie
        
        
          met je aangaat. In de meeste gevallen is er sprake van miscommunicatie;
        
        
          de pup weet niet wat hij wél moet doen en heeft juist van de eigenaar
        
        
          geleerd om zich te verdedigen omdat er steeds competitie aangegaan
        
        
          wordt. Je traint dan als het ware zelf onbewust het ongewenste gedrag
        
        
          verder ‘erin’.
        
        
          Happen in handen of broekspijpen is dus vrij normaal herder-gedrag.
        
        
          Maar er moet wel, het liefst zo snel mogelijk, aandacht aan besteed
        
        
          worden. Leer de pup dus wat wél de bedoeling is in die situaties. En trek
        
        
          aan de bel als je aanpak niet binnen korte tijd werkt; dan zul je een andere
        
        
          route moeten kiezen.
        
        
          Eline Teygeler – Tinley-gedragstherapeut voor dieren
        
        
        
          / 
        
        
        
          & ANTWOORD
        
        
          VRAAG
        
        
          
            VRAAG:
          
        
        
          Hoe leer je een pup/jonge hond af om (te hard) in je handen of
        
        
          broekspijpen te bijten?
        
        
          
            Antwoord:
          
        
        
          Happen in handen en soms broekspijpen is een veel
        
        
          voorkomend probleem bij jonge herders. Dat komt onder
        
        
          andere omdat herders gefokt zijn om snel te reageren
        
        
          op beweging; beweging wekt hun prooi-instinct op. Dit
        
        
          gedrag is zelfbelonend; de pup vindt dit van nature leuk
        
        
          en blijft dit doen als we niets veranderen. Happen in han-
        
        
          den kan ook een uiting van opwinding zijn; de pup weet
        
        
          dan niet wat hij moet doen en reageert zijn opwinding af
        
        
          op jouw handen. Soms hebben pups dit aangeleerd van
        
        
          mensen. Het is overigens niet verstandig om pups te leren
        
        
          dat ze met handen mogen spelen of mogen hangen in je
        
        
          broekspijpen. Het lijkt misschien schattig of stoer, maar als
        
        
          hij wat kilo’s groter is dan vinden we het ineens niet leuk
        
        
          meer. Vaak sluipt dit gedrag er onbewust in. Soms trainen
        
        
          we het ook bewust; we willen dan misschien graag een
        
        
          fanatieke hond die straks pakwerk mag doen. In beide
        
        
          situaties creëer je onnodig een probleem voor later. Als we
        
        
          van jongs af aan leren dat de pup bijt in voorwerpen en
        
        
          niet in onze handen of broek, voorkomen we het aanleren
        
        
          van dit ongewenst gedrag en leren we meteen respect
        
        
          voor onze ledematen. En deze zelfcontrole is voor alle
        
        
          herders belangrijk; of ze nou huishond zijn of een carrière
        
        
          in de africhtingssport gaan doorlopen.
        
        
          De aanpak verschilt per pup en de redenen waarom de
        
        
          pup het doet. Dus ik bespreek een aantal algemene oplos-
        
        
          singen. In alle gevallen geldt; werkt de aanpak niet binnen
        
        
          5 keer, ga er dan niet meer door maar zoek een andere
        
        
          aanpak (of hulp).
        
        
          Als een pup dit nog maar net doet, en je roept de eerste
        
        
          keren hard en hoog ‘au’, dan zullen ze vaak schrikken
        
        
          en hun gedrag aanpassen. Zeker als je dit in combinatie
        
        
          doet met het direct aanbieden van geschikt hapmateriaal
        
        
          (speeltje). De pup leert direct ‘wat mag niet – én wat mag
        
        
          wel’. De combinatie van beide is essentieel om een pup
        
        
          iets aan te leren.