VDH juni 2015 - page 10-11

VANAF
V A
109,95
Incl.btw
Op zoek naar een ventilator?
VANAF
159,95
Incl. btw
VANAF
A
64,95
Incl.btw
Elektronische Le Mans pakket
Bezoek onze webshop
algemeen
VDH
9
LG - ZuchtschauWestfalen
mit Langstockhaar
Am 05.Juli 2015 in der OG Gescher 1968 e.V.
Richter:
Richard Brauch (LG 12): JHKL Rüden, JKL
Hudinnen, NWKL Rüden
Erich Boal (LG 14): GHKL Hundinnen, JHKL
Hundinnen, NWKL Rüden
Hennig Setzer (LG 6): GHKL Rüden, JKL
Rüden
Schauleiter:
Helmut Tepferd
Meldestelle:
Helmut Tepferd, 48712 Gescher Birkhahnweg 9,
Tel. 02863/3829350; Handy 0172/2803126
E-mail:
Bernhard Jansing 48712 Gescher, Van
GalenstraBe 62
Tel. 02642/6911; Handy 015738101087
E-Mail:
Schaugelande: Vereinsgelande an der StadtlohnerstraBe, Zu
erreichen: A 31 Ausfahrt Gescher
(Industriegebiet Nord)
Einlass:
8.00 Uhr, Beginn: 9.00 Uhr
Top Event: amTag der Schau steht ihnen Steve Gish mit
abgetrenntem Areal fur Fotos zur Verfugung
Die OG Gescher freut sich schon jetzt uber Ihre Teilnahme.
Erfelijkheidsleer in het kort
In het DNA komen genen altijd in paren voor. Beide ouderdieren geven ieder één gen door via ei- of zaadcel om vervolgens na
samensmelting weer een genenpaar te vormen. Het totale genenpakket bepaalt vervolgens de genetische eigenschappen van de
nakomeling. De meest eenvoudige vorm van vererving is wanneer een eigenschap door één gen(enpaar) bepaalt wordt met een
dominante (D) en recessieve variant (d).
Een dier kan dus twee verschillende genen hebben, we noemen dit heterozygoot (Dd). Of twee gelijke genen, dit heet homozy-
goot. Homozygoot komt vervolgens nog in twee varianten voor namelijk homozygoot recessief (dd) of homozygoot dominant
(DD).
Wanneer een dier het dominante gen heeft zal dit zich altijd manifesteren. Eén dominant gen is voldoende om het recessieve gen
te onderdrukken en te voorkomen dat de recessieve eigenschap zich openbaart. Hierdoor is aan een hond niet te zien of deze he-
terozygoot (Dd) of homozygoot dominant (DD) is.
Indien nu de recessieve eigenschap een ziekte is maakt dit laatste de selectie van fokdieren complex. Er is immers geen verschil te
zien tussen heterozygoot (Dd) en homozygoot dominant (DD), terwijl de eerste wel het erfelijke gebrek (d) kan doorgeven. Indien
de partner ook heterozygoot is, is er een kans van 25% dat de nakomelingen homozygoot recessief (dd) zijn en lijder van de erfe-
lijke aandoening.
Met een DNA test kan het genetische profiel onderzocht worden. Omdat het DNA niet wijzigt kan al bij een puppy vastgesteld
worden of deze vrij (DD), drager (Dd) of lijder (dd) van een aandoening is.
Helaas is niet voor iedere aandoening een valide test beschikbaar. Ook zijn er vele aandoeningen die niet op basis van één gen,
maar op basis van een reeks genen vererven. De materie wordt daarmee aanmerkelijk complexer. En tot slot is genetische diver-
siteit één van de belangrijkste voorwaarden voor een gezonde populatie. Te streng selecteren zou betekenen dat veel honden
worden uitgesloten. Door verder te fokken met de resterende honden neemt de verwantschap daarvan weer toe.
nen de mutatie verspreiden in de populatie zonder dat ze zelf de
symptomen hebben. Hierdoor is met name het aantonen van dra-
gers van groot belang om verspreiding te voorkomen.
DNA-test
De Universiteit van Missouri-Columbia heeft een test ontwikkeld.
Hiermee kan worden bepaald of de hond vrij is van het gemuteerde
gen, drager is of lijder. Ook in Nederland kunnen eigenaren hun hon-
den middels deze test laten onderzoeken. Helaas geeft de test geen
100 % zekerheid. Honden getest als zijnde ‘vrij’ of ‘drager’ bleken na
een autopsie toch DM te hebben gehad. De verklaring hiervoor zou
zijn dat er naast het SOD1 gen nog een ander gemuteerd gen(en)
kan zijn. Er gaan ook stemmen op van onderzoekers die stellen dat
omgevingsfactoren naast andere genen, ook van invloed zouden
kunnen zijn op het al dan niet daadwerkelijk vertonen van de ziekte.
Fokkerijbeleid VDH
Op dit moment is het in Vereniging Fok Reglement van de VDH nog
niet verplicht gesteld om te testen op DM (SOD1-gen). Wel wordt aan
fokkers aanbevolen hun fokdieren te laten testen. Er zijn verschillen-
de redenen waarom het testen, vooralsnog, niet verplicht is;
-
Het fokkerijbeleid van de VDH en van de SV is gericht op het te-
rugdringen van gebreken die (bewezen) het vaakst voorkomen.
Het te rigoureus uitsluiten van fokdieren verengt de populatie,
waardoor de remedie erger wordt dan de kwaal.
-
Onderzoeken naar DM zijn in volle gang. De precieze incidentie
is niet duidelijk. Eerste cijfers van in Duitsland gehouden onder-
zoeken laten zien dat van de honden die als lijder getest worden,
slechts 5,6% de ziekte ook daadwerkelijk ontwikkelt. De inciden-
tie van daadwerkelijk zieke dieren daalt daardoor tot rond de 1%.
Aanvullend onderzoek is echter nodig.
-
Op dit moment is de zogenoemde DM-test nog niet geprotocol-
leerd, waardoor geen enkele instantie toezicht kan houden op
de testresultaten.
-
Voortschrijdend inzicht op basis van wetenschappelijk onder-
zoek kan bewerkstelligen dat een VFR bijgesteld wordt.
Hoewel door media soms anders wordt voorgedaan is ook DM een
belangrijk aandachtspunt voor de VDH. Echter het maken van fokke-
rijbeleid vergt zorgvuldigheid om ook voor de lange termijn een zo
gezond mogelijke Duitse Herder te behouden.
CBK/CK
1,2-3,4-5,6-7,8-9 12-13,14-15,16-17,18-19,20-21,22-23,24-25,26-27,28
Powered by FlippingBook