VDH juli augustus 2014 - page 9

algemeen
VDH
7
1. BEGROETING
* Aanmelding: De hond wordt door een medewerker op een
wachtpunt voorzien van halsband en rolriem.
* Begroeting: geleider en hond staan op een gemarkeerde
plaats, worden door testmedewerker op twee meter benaderd
en de hond wordt bij naam aangesproken (als de hond naar de
medewerker toe gaat, wordt deze geaaid). Medewerker gaat
naar geleider toe en begroet eerst de geleider en vraagt wat
informatie over de hond. Vervolgens wordt de hond begroet.
Hier wordt samen met de geleider het chip- of tatoeagenum-
mer gecontroleerd.
2. SPELEN MET DE HOND
De geleider houdt de hond vast aan de riem en de medewerker
daagt de hond uit tot spel met een bal of zachte bijtrol. De hond
mag door geleider worden aangemoedigd.
3. MARKT
De geleider gaat met de hond op een gemarkeerde plaats staan
en vijf medewerkers lopen kris kras rond de hond. Eén van de me-
dewerkers heeft een plastic zak gevuld met geluid makende voor-
werpen, waarmee in de buurt van de hond wordt geschud. Aan het
eind van dit onderdeel komen de medewerkers rond de hond en
geleider staan en praten met elkaar, zonder de hond aan te kijken.
Daarna gaan drie medewerkers op ongeveer 7 meter rond de hond
staan en sluiten op teken van de begeleider de hond in zonder de
hond aan te kijken. Op teken van de begeleider (na 10 seconden)
stappen de medewerkers achteruit weg.
4. GEZICHTSPRIKKEL MET EEN VLAG
Vanuit verstek laat een medewerker een vlag neer vóór de hond,
de hond komt voor een tweede keer bij dit verstek, de medewer-
ker is weg en de vlag ligt op de grond.
5. GEZICHTSPRIKKEL MET DREIGING
Dit bestaat uit een kruis op een plank, aangekleed met een jas en
een pet. Dit geheel kan rijden en wordt met een touw recht naar
hond en geleider getrokken. Deze blijven op een gemarkeerde
plaats staan. Wanneer dit voorwerp ongeveer twee meter voor de
hond is aangekomen, mag de geleider op aanwijzing van de test-
medewerker voorbij lopen om de hond de kans te geven aan het
voorwerp te ruiken. De geleider en hond lopen 10 meter door en
lopen terug langs het voorwerp.
6. GELUIDSPRIKKEL
De hond en geleider lopen naar een gemarkeerde plaats, waar een
geluidsprikkel wordt gegeven. Dit kan een hoorn, een ketting of
iets anders zijn.
7. VEREENZAMING
De geleider maakt de hond vast aan een haak en stelt zich uit het
zicht op. De testleider wacht tot de hond rustig is en geeft een
andere medewerker het teken om de hond vriendelijk en bij zijn
naam aansprekend te begroeten en eventueel te betasten. Op het
teken van de testleider komt de geleider terug. (De testleider kan
bij paniek van de hond ingrijpen en dit onderdeel afbreken)
8. BEDREIGING
* De geleider staat met een hond op een gemarkeerde plaats en
laat de riem los hangen. De hond wordt door een medewerker
bedreigd, deze komt eerst rustig en dan hard aanlopen met
geschreeuw en dreiging met stok. De medewerker zal de hond
tot ongeveer drie meter benaderen. Er is geen fysiek contact
met de hond. Honden met een bewijs van een werkdiploma
kan men op verzoek van de geleider op een mouw laten bijten.
Daarna draait de medewerker zich rustig om en loopt weg.
* De medewerker die de onderdelen begroeting en spel heeft
afgenomen komt naar de hond en de geleider toe, gaat rus-
tig staan praten met de geleider en begroet de hond. Nu komt
ook de medewerker die de hond heeft bedreigd erbij staan.
Deze medewerker laat de hond met rust, maar de hond mag
wel contact maken.
BESCHRIJVING NVBH GEDRAGSTEST
Visuele prikkel. Gedragstest Witte herders.
1,2,3,4,5,6,7,8 10,11,12,13,14,15,16,17,18,19,...28
Powered by FlippingBook