VDH oktober 2013 - page 9

In een ver verleden heb ikmet Paco (Glenn-Paco van het Zuidpark) geroken aan het reddingshondenwerk.
Paco was een zeer veelzijdige Duitse herder met wie ik onder andere twee keer een training lawinehond
heb gedaan in Oostenrijk. Deze training werd destijds gegeven door Ruud Haak en Resi Gerritsen.
Nick, mensenredder in opleiding
Reddingshondenwerk
Drie Duitse herders later ben ik de trotse eigenaar van Nick (Ritz
van het Zuidpark). Nick is anderhalf jaar en sinds vorig jaar in
opleiding voor reddingshond. Samen zijn wij vrijwilliger bij de
SRCN (Search and Rescuedog Center Netherlands). De SRCN leidt
hond en geleider op tot inzetbare combinatie binnen het red-
dingshondenwerk.
Weer terug
Na jaren gewerkt te hebben als hondengeleider bij de politie en
na nog langer lid te zijn geweest van de VDH werkgroep behen-
digheid wilde ik heel graag weer een reddingshond opleiden.
Reddingshonden worden ingezet bij vermissingen van personen
maar ook bij aardbevingen, overstromingen en andere rampen.
Dit gebeurt op verzoek van officiële instanties zoals politie of
overheid maar op ook verzoek van familieleden.
Binnen het reddingshondenwerk kennen we drie disciplines: het
vlaktewerk (en met vlakte bedoelen we ook het werken in het
bos, de hei enz.), het puinwerk (denk aan ingestorte gebouwen)
en het waterwerk (het zoeken van levende en overleden slacht-
offers op en rond het water).
Geschikt?
Is iedere hond geschikt? Nee, niet iedere hond is geschikt en er
is geen lijst van geschikte rassen. Binnen de SRCN hebben wij al-
lerlei rassen en kruisingen. Dit varieert van keeshondje Kees tot
Rottweiler Danger. Formaat van de hond kan natuurlijk wel een
rol spelen. In moeilijk doordringbaar terrein kan een grote hond
in het nadeel zijn. Is iedere geleider geschikt? Nee, ook dat niet.
Het gaat vooral om de combinatie. Als geleider moet jij, samen
met je hond, allerlei situaties de baas kunnen. Bij een inzet wordt
dan ook gekeken naar de omstandigheden en het terrein. Op die
basis worden combinaties ingezet.
Eigenschappen
Belangrijke eigenschappen voor een reddingshond zijn:
de hond moet graag willen werken
een hond moet dapper zijn, hij moet snel herstellen in be-
paalde situaties. Het is helemaal niet raar als een hond schrikt
als hij iets tegenkomt, maar hij moet dan wel herstellen en
verder gaan met zijn werk.
een hond moet getraind zijn op allerlei terrein. Trappen lo-
pen, moeilijk doordringbare struiken, buizen, loopplanken,
puin, water, varen met de boot, enz. enz. Dit alles kost heel
veel training.
Een goede gezondheid en conditie is noodzakelijk voor dit
werk (en dat geldt ook voor de geleider)
Wat is het?
Reddingshondenwerk is niet romantisch, is niet altijd leuk, kan
gevaarlijk zijn, kan heel vervelend zijn omdat je soms lang moet
wachten, kan heel naar zijn omdat je met overleden mensen en
verdriet van omstanders te maken kunt krijgen.
Reddingshondenwerk gaat verder dan twee keer per week ge-
zellig naar de hondenclub. Het kan heel veel vragen van de vrij-
willigers. Het is ook geen betaalde baan. De SRCN is afhankelijk
van donateurs en sponsoren. Als er een inzet komt, moet je heel
snel weg kunnen. Het vraagt dus veel van het thuisfront.
Reddingshondenwerk geeft wel heel veel voldoening. Als een
slachtoffer gevonden wordt is dat een beloning. Het, samen met
je hond, deel uitmaken van een team vrijwilligers die alles willen
doen om iemand te redden is heel bijzonder.
In een volgend artikel ga ik in op de basistraining van een red-
dingshond. Ook zaken als het verloop van een inzet komen nog
aan de orde.
Lucy van Duijn-Mons
Op de volgende bladzijden een paar foto's van onze training.
VDH -
algemeen
-
7
1,2,3,4,5,6,7,8 10,11,12,13,14,15,16,17,18,19,...28
Powered by FlippingBook