VDH december 2013 - page 42

- De Duitse Herdershond
40
de Helicon. “Je begint in de eerste klas met dierenverzorging,
als mensen vragen wat leer je hier eigenlijk, dan zeg ik, je leert
poep scheppen, en daarna leer je pas hoe je verder kunt kijken
naar het dier, maar de basis is gewoon het poep scheppen, hok-
ken schoonmaken, dat is het eerste jaar, daarna leer je pas over
hun gedrag en uiterlijke kenmerken.”Wat de meiden het meeste
is opgevallen in de dagen dat ze hier bezig geweest zijn, is hoe
positief de geleiders met hun honden omgaan. Ook als de hon-
den heel laag gescoord hebben, gaan de geleiders toch even met
de honden spelen om de wedstrijd voor de honden positief af te
sluiten. “Er zit zoveel spanning in die honden en bij de geleiders,
er gebeurt zoveel om hen heen dat er wel eens iets fout kan gaan,
maar dan sluiten ze het toch positief af, zo mooi om te zien dat ze
blij zijn voor de hond omdat hij zo goed zijn best heeft gedaan.”
Ze hopen als ze klaar zijn met hun studie ook dieren te kunnen
gaan trainen, een eigen bedrijf te beginnen. “Maar je moet goed
gebruik maken van je netwerk , want de dierenwereld is niet zo
heel groot.”
Puinzoeken
Het puinzoeken was in Weeze, aan de rand van het vliegveld bij
een oud kazernegebouw. Jantine Boerrigter leidt mij rond en
vertelt enthousiast over de inhoud en het verloop van de wed-
strijd hier. Er is net een deelneemster met een Mechelse herder
aan het zoeken. Naast de geleider, haar buddy, de keurmeester en
zijn assistent lopen er nog een vaste fotograaf en een begeleider
vanuit de organiserende vereniging op het puin. En enkele figu-
ranten omdat er in een echte noodsituatie natuurlijk ook andere
hulpverleners op het puin rondlopen. Ze maken geluid zodat de
hond leert dat er ook mensen op het puin zijn die
hij niet moet verwijzen omdat het geen slachtof-
fers zijn. Als afleiding is er op dit puin ook vuur met
rook want dat kan ook in het echt zo zijn, als er net
iets ingestort is. En er loopt steeds een minuut lang
een aggregaat om motorgeluid te simuleren.
Vragen
“Het hoogste puntenaantal tot nu toe is 180. De
proef begint als de hondengeleidster zich aan-
meldt bij de keurmeester, daar krijgt ze uitgelegd
wat haar zoekgebied is. En dan is het aan de hond-
engeleider om te gaan vragen. Belangrijk is gevaar:
explosiegevaar, is het gas afgesloten en de elektri-
citeit, kan ik overal komen of is er nog instortings-
gevaar waar ik niet mag komen, kan mijn hond
overal komen of zijn er dingen waar ik op moet let-
ten? Bij deze casus zijn er ook doden geborgen dus
de vraag is wáár zijn die geborgen, niet om ze te
zoeken, de doden zijn al weg, maar de kans is groot
dat er in die buurt nog een levend iemand is. De geleider kijkt
hoe de wind staat. De keurmeester beoordeelt de tactiek van de
geleider, stelt hij de juiste vragen en dat soort dingen. Vervolgens
is het ook belangrijk dat de geleider zijn zoekplan uitlegt. In deze
casus is hier hangjeugd geweest, er is een explosie geweest, er
zijn twee doden geborgen en er zijn, waarvan ze het zeker weten,
nog drie mensen vermist omdat de ouders hun kind als vermist
hebben opgegeven, maar het kunnen er ook meer zijn.”
De geleiders hebben een kort briefje met de casus, met wat er
gebeurd is. In dit geval zijn er vijf uur geleden nog klopgeluiden
gehoord. Het is belangrijk bij het bepalen van het zoekplan te we-
ten van waar in het puin de laatste klopgeluiden kwamen. Als ze
het vragen, wijst de keurmeester dat aan en dan kan de geleider
bepalen waar hij zijn hond gaat aanzetten.
Klopgeluiden
“Heel veel geleiders beginnen hier omdat in dat gebied de laatste
klopgeluiden gehoord zijn, dat is een teken van leven dus denken
ze dat de kans groot is dat daar in de buurt mensen zijn, dus daar
zetten ze hun hond aan. Ze zijn vrij om te kiezen waar ze willen
beginnen met zoeken.“
Geleiders moeten aangeven bij de keurmeester wat hun primaire
zoekgebied wordt en hoe ze dat door willen werken met hun
hond. Het kan zijn dat ze aan de hond bepaalde tekenen zien en
denken: “ ik heb het idee dat het slachtoffer nog meer daar en
daar ligt want ik zie mijn hond tekenen.” Dan kun je aan de keur-
meester aangeven dat je op basis van het gedrag van je hond je
zoekplan wilt aanpassen. Het is heel belangrijk dat de geleider de
hond interpreteert.
“Het is vrij zwaar puin, je merkt wel aan de honden dat het hard
werken is, er zijn voor honden vele mogelijkheden om onder de
grond te komen, ze moeten een goede zoekconditie hebben en
zelfstandig problemen kunnen oplossen”, vertelt Jantine. “Het is
belangrijk dat de hond vrij over het puin beweegt, niet bang is om
onregelmatig te lopen en uit zichzelf een ruimte in durft te gaan.”
De honden zijn getraind om zo dicht mogelijk bij het slachtoffer
te komen en daar aan te blaffen zodat de geleider zo exact moge-
lijk kan zeggen “hier ligt iemand onder en daar moet de berging
komen.”Een hondengeleider bergt zelf nooit, die geeft alleen aan
De Duitse herder van Jantine Boerriger op het puin
Oefeningen in het stadion
1...,32,33,34,35,36,37,38,39,40,41 43,44,45,46,47,48,49,50,51,52,...68
Powered by FlippingBook