De Raad van Arbitrage (hierna RvA) heeft dit beroepschrift op
13 mei 2019 ontvangen van de secretaris van het HB.
De indieners zijn ontvankelijk, de RvA heeft het beroep in behan-
deling genomen onder nummer RvA2019-6.
Het beroepschrift richt zich tegen het verzoek van verweerders aan
het Hoofdbestuur van de Vereniging van Fokkers en Liefhebbers
van Duitse Herdershonden (hierna “HB”), om twee van de drie in-
dieners uit hun functie te zetten en alle drie te royeren als lid van
de VDH.
De RvA heeft verweerders verzocht binnen drie weken na 16 mei
2019 een verweerschrift op te stellen. Dit is op 7 juni 2019 door de
RvA ontvangen en gezonden naar indieners.
De RvA heeft op 26 juli 2019 besloten het beroepschrift van
indieners deels gegrond en deels ongegrond te verklaren
overeenkomstig onderstaande uitspraak.
Inhoud van het beroep.
Indieners stellen dat verweerders vanuit hun functie als voorzitter
en de secretaris van Kringgroep Klein Vosdal op 28 april 2019 een
e-mail naar het HB gestuurd met het verzoek om de drie indieners
als lid van de VDH te royeren en twee daarvan uit hun respectievelij-
ke functie van Commissaris Kynologie van de Provincie Gelderland
en lid van de toenmalige Commissie Bijstand Kynologie, sedert 14
maart 2019 Commissie Fokkerij en Gezondheid hetend, te zetten.
Indieners zijn van mening dat het grootste deel van de inhoud van
deze e-mail priv zaken betreft en schade veroorzaakt aan derden.
Bovendien berust de e-mail voor een deel op onwaarheden.
Na overleg van indieners met het HB en het Provinciaal Bestuur
Gelderland (hierna “PB”) is hierover op 6 mei 2019 een spoed-
overleg met het PB gevoerd, waarbij naast de heer Sanders
(Commissaris Kynologie) als vertegenwoordiger van het HB, alle
betrokkenen aanwezig waren. Indieners kregen het advies om de
zaak voor te leggen aan de RvA.
De kwestie stond op 22 mei 2019 op de agenda van het HB. Verder
zijn derden geïnformeerd door indieners en is door hen op 15 mei
2019 aangifte gedaan wegens smaad en laster.
Indieners verzoeken de RvA over het volgende uitspraak te doen.
1. Wat is de grond van de e-mail van 28 april 2019?
2. Het uit functie zetten van verweerders als voorzitter en se-
cretaris van de Kringgroep Klein Vosdal wegens laster en
smaad en het schenden van de Algemene Verordening
Gegevensbescherming jegens indieners.
3. Het royeren van verweerders als lid van de VDH.
Inhoud van het verweer.
Verweerders voeren aan dat het beroepschrift niet-ontvankelijk
is wegens het ontbreken van een daaraan ten grondslag liggend
besluit en dat het nooit de bedoeling is geweest om informatie
openbaar te maken.
Verweerders hebben de e-mail van 28 april 2019 alleen naar het
HB gestuurd met een kopie naar de voorzitter van het PB tenein-
de hun zorg over integriteit binnen de VDH kenbaar te maken.
Indieners hebben de inhoud zelf openbaar gemaakt. Het overleg
op 6 mei 2019 heeft geleid tot het advies van het PB om de zaak
aanhangig te maken bij de RvA.
Verweerders vinden de procedure onduidelijk en zijn van mening
dat de klacht van indieners onterecht bestempeld wordt als een
beroepschrift.
Verweerders vragen de RvA het HB te verzoeken alsnog een wel-
overwogen besluit te nemen over het door verweerders gedane
verzoek in de e-mail van 28 april 2019.
Verder voeren verweerders aan dat het beroepschrift onvoldoen-
de wordt onderbouwd. Indieners hebben immers zelf priv gege-
vens openbaar gemaakt en dus is er geen sprake van overtreding
van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
Verweerders zijn van mening dat de secretaris van Kringgroep
Klein Vosdal niets te verwijten valt. Vanuit deze bestuursfunctie
verstuurt deze wel vaker e-mail zonder deze inhoudelijk te le-
Uitspraak
Bestuursleden en officials hebben een voorbeeldfunctie
Betreft: beroepschrift van 12 mei 2019 (RvA2019-6) over het uit functie zetten van voorzitter en
secretaris van Kringgroep Klein Vosdal en hun royement van de VDH.
algemeen
8
VDH