satie de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied. Deze is onder-
deel van de FCI waartoe ook de Duitse kennelclub het Verband
für das Deutsche Hundewesen behoort, op zijn beurt weer de
dakorganisatie van de SV. Ingewikkeld maar alles ressorteert uit-
eindelijk onder de FCI. In Nederland hebben we te maken met het
Kynologisch Reglement van de Raad. Daarin staan de richtlijnen
voor de fokkerij. De Raad is ook de instantie die de stambomen
hier uitgeeft. Wel hebben we als rasvereniging de mogelijkheid
gekregen om onze eigen foknormen te koppelen aan het format
voor een Verenigings Fok Reglement, het VFR. Hierbij hebben we
de normen voor de Fokgeschiktheidskeuring een integraal on-
derdeel laten vormen van het VFR. Zo snijdt het mes aan twee
kanten.
HARMONISATIE IN DE FOKKERIJ
In WUSV-verband zoeken we harmonisatie in de fokkerij. Daarom
is deze Karakterbeoordeling (Wesenstest) opgezet als mondiaal
model. In de praktijk zal dit maar moeilijk uitvoerbaar zijn maar
het ras is foktechnisch goed af met een breed gedragen systeem.
De VDH heeft het initiatief genomen om in Nederland mensen
te gaan opleiden om de Karakterbeoordeling ook hier te verwe-
zenlijken. Een seminar over drie dagen werd georganiseerd op de
accommodatie van kringgroep Schijndel. Diverse keurmeesters
zowel uit africhting als exterieur namen deel en ook waren diverse
kynologisch instructeurs voor een deel bij de seminar om ervaring
op te doen en richtlijnen te ontvangen bij het uitvoeren van de
taak als assistent. Natuurlijk waren daarbij honden met geleiders
nodig en de gelegenheid werd te baat genomen om onder toe-
zicht van de Duitse seminargevers de eerste honden in Nederland
de beoordeling af te nemen. Verspreid over drie dagen konden zo
28 honden de Karakterbeoordeling positief volbrengen.
Als eerste in Nederland kon de geleider van Asko van de
Klepperstad namelijk Rianne Borst uit handen van Beoordelaar
Udo Wolters de felicitaties ontvangen voor het goed doorstaan
van de Karakterbeoordeling. Samen met Heinz Gerdes had Udo
Wolters ook de seminar gegeven en beschikte daartoe ook over de
deskundige medewerking van een ervaren assistent.
Bij het doorvoeren van een Karakterbeoordeling zijn er specifie-
ke materialen en middelen benodigd. Die staan omschreven in
een speciaal reglement zodat de beoordelaars en hun assistenten
steeds kunnen beschikken over degelijke en vaststaande werktui-
gen waardoor er sprake is van genormaliseerde omstandigheden.
Ook de volgorde van de oefeningen is steeds hetzelfde, na afloop
krijgen de geslaagden te horen hoe de proef verlopen is en krijgen
een certificaat mee.
Het aanvragen van een Karakterbeoordeling gaat dezelfde proce-
dure volgen als de aanvraag van een IGP-examen. Uit het regle-
ment kunnen organisaties halen hoe de administratie verloopt en
hoe en welke materialen ter beschikking te zetten.
algemeen
19
VDH
