VDH september 2018 - page 12

De Commissie van Beroep (hierna te noemen “de Commissie”)
heeft op 2 augustus 2018 formeel besloten het beroepschrift
van de heer J. Jager van 6 juni 2018, dat zich richt tegen het
Hoofdbestuur van de VDH, ontvankelijk en gegrond te verklaren
overeenkomstig onderstaande uitspraak.
De Commissie heeft het beroepschrift op 13 juni 2018 ontvangen
van de secretaris van het Hoofdbestuur van de VDH en heeft het
Hoofdbestuur van de VDH verzocht binnen drie weken na 21 juni
2018 een verweerschrift op te stellen. Dit is op 28 juni 2018 door de
Commissie ontvangen en gezonden naar de heer Jager.
SAMENVATTING VAN HET BEROEP VAN DE HEER JAGER
De heer Jager is van mening dat:
op basis van de letterlijke tekst van het VDH Vademecum af-
deling C7 betreffende de Selectieprocedure WUSV Kampioen­
schap zijn dochter nog steeds kans heeft om zich te plaatsen
voor deelname aan de WUSV 2018;
zijn dochter op het aanstaande NIAK nog steeds aan de ge-
stelde eisen kan voldoen;
zijn dochter recht zou hebben op de 5 plaatsingspunten van
de pré-selectiewedstrijd van 2 en 3 juni 2018.
SAMENVATTING VAN HET VERWEER VAN HET
HOOFDBESTUUR VAN DE VDH
Voor het Hoofdbestuur is de regelgeving in afdeling C7
Selectieprocedure WUSV Kampioenschap duidelijk en staat
er letterlijk dat er altijd een “goed” behaald moet worden met
250 punten en een “U” voor DZB.
Daarnaast bestaat de (tweede) eis van minimaal 80 punten
per afdeling A, B en C. Dat is een eis die er bijkomt, dus aanvul-
lend op de eerder genoemde eis van “goed” met 250 punten
en een “U” voor DZB.
Deze tweede eis geldt voor de getelde pré-selectiewedstrijd
óf het NIAK; de eerder genoemde eis van “goed” met 250 pun-
ten en een “U” voor DZB geldt echter voor beide wedstrijden.
Sinds 2010 wordt de C7 Selectieprocedure WUSV Kampioen­
schap op deze wijze toegepast.
Slechts de geleiders die op beide wedstrijden een “goed” met
minimaal 250 punten en een “U” voor DZB behaalden maak-
ten kans op uitzending door de VDH naar het WUSV WK.
SAMENVATTING VAN DE HOORZITTING OP 27 JULI 2018
Tijdens de hoorzitting zijn partijen in de gelegenheid gesteld hun
standpunten te verduidelijken en vragen van de Commissie, verte-
genwoordigd door mr. M.G. Pitstra en ondergetekende, te beant-
woorden. De heer J. Jager wordt bijgestaan, door de heer P. van
Son, voorzitter van VDH Kringgroep Zaanstad. Zijn dochter P. Jager
is ook aanwezig. Het Hoofdbestuur van de VDH wordt vertegen-
woordigd door de heren T. Jonkers en H. van Erven respectievelijk
voorzitter en penningmeester van het Hoofdbestuur VDH.
Tijdens deze zitting wordt het volgende duidelijk:
De regelgeving en de toepassing daarvan in de praktijk ko-
men in dit geval niet met elkaar overeen.
De regelgeving wordt sedert 2010 tot op heden op de manier
zoals beschreven in het verweerschrift van het Hoofdbestuur
toegepast.
De laatste aanpassing van de regelgeving betreffende de
WUSV selectieprocedure dateert echter van 2015 waarbij, ten
aanzien van de minimale eis van “goed” met 250 punten en
een “U” voor DZB, het woordje “eenmaal” is toegevoegd.
Deze wijziging van 2015 is ingegeven door aanvullende regels
van de WUSV.
Tegen deze wijziging heeft niemand ooit bezwaar gemaakt.
Door het ontstaan van onduidelijkheid - die is en wordt geuit
door diverse personen binnen de VDH - valt men terug op de
letterlijke tekst van het Vademecum van de VDH, die in het
voordeel is van de indiener van het beroepschrift.
VRAGEN, OVERWEGINGEN EN CONCLUSIES VAN DE
COMMISSIE
In de onderhavige zaak gaat het om de volgende vragen.
Wat staat er precies in het VDH Vademecum, afdeling C7 be-
treffende de Selectieprocedure WUSV Kampioenschap, uitga-
ve 1 januari 2018?
Uitspraak beroepschrift
Betreft: 2018-1, juiste toepassing Vademecum VDH,
plaatsingspunten pré-selectiewedstrijd WUSV 2018
algemeen
VDH
10
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11 13,14,15,16,17,18,19,20,21,22,...34
Powered by FlippingBook