![]()
OOK POSITIEVE ZAKEN
Aangestipt werden nog het goed ontvangen nieuwe concept voor
de Liefhebbersdag, de plannen van aanpak voor hoogteprobleem en
ontwikkeling onderzoek naar karakterbeoordelingen. Ook actueel:
DNA-problematiek, (lange) weg naar FGK, rapport van werkgroep
herstructurering, invloed overheid op bedrijfsmatig houden van die-
ren, de aanpak van het ‘popular sire’-effect en de voorbereiding op
het 100-jarig bestaan met WUSV-kampioenschap en Jubileumboek.
Maar ook zijn er zeer zeker positieve zaken te melden van het ons zo
na aan het hart liggende ras. Niet alles is kommer en kwel.
Na dit overzicht ging Evert Mulder, voormalig lid van het hoofd-
bestuur als ook van de werkgroep herstructurering nader in op de
dalende trends in verenigingsopzicht waarvan de invloed ook voor
fokkers gevoeld wordt. Ledental in het algemeen maar ook aantallen
kringgroepen en kringgroepleden: allemaal cijfers die in een dalende
trend zitten. Uiteraard worden deze cijfers ook beïnvloed door het
eveneens dalend aantal rashonden dat geboren wordt. Fokkers zien
dat hun producten nauwelijks nog op de kringgroepen terecht ko-
men.
STELLINGEN
Bestuurlijke herstructurering, meer gepositioneerde deskundigheid
en een juistere duiding van functies en taken van personen en be-
stuursstructuren gaan hopelijk leiden tot een ommekeer.
Andere aandachtpunten: communicatie en PR, informatievoorzie-
ning in- en extern. Allemaal zaken waar een fokker mede de vruchten
van kan gaan plukken. Maar dan ook met eigen inbreng.
Evert Mulder heeft een rijke ervaring binnen de rasvereniging en de
werkgroep was samengesteld uit een representatieve doorsnee van
de vereniging. Eindresultaat een rapport waarvan ook de fokkers
de invloed aan den lijve kunnen gaan voelen. Interessant om vanuit
deze optiek de belangen van de fokkers verwoord te krijgen.
Als sluitstuk van het ochtendprogramma werden in werkgroepjes
stellingen besproken. Bij binnenkomst had men kunnen aankruisen
over welke 10 stellingen men een onderlinge discussie wilde aan-
gaan. De vijf meest gewenste brachten de groepjes al snel tot grote
activiteit. Diverse meningen kwamen los maar opvallend dat in veel
kwesties men het uiteindelijk toch aardig eens was.
De stellingen met de meest voorkomende reacties:
*
De VDH speelt een belangrijke rol in het imago van de Duitse herders-
hond.
Het
merendeel
ziet een grote rol weggelegd voor de rasvereni-
ging die communicatief nog breder en intenser uit de verf moet
komen.
* De weg naar een fokgeschiktheidskeuring is te zwaar/langdurig.
Deze stelling wordt door de meesten onderschreven. Men vindt
behoud van goed karakter en gebruikseigenschappen blijvend
voorwaarde. Een groep kwam met de suggestie om bij de eerste
keuring met VZH te kunnen deelnemen en pas bij de herkeuring
een IPO 1 te verlangen, zonder iets te veranderen aan de inhoud
van de keuring zelf.
* Het mondiale fokbeleid wordt door de SV bepaald, Nederland telt
nauwelijks mee.
Allen stemmen hier mee in: we moeten beter gaan afstemmen
met SV wat onze visies zijn.
*
Een veelzijdige gebruikshondmoet de leidraad blijven voor de fokke-
rij.
Een strikt vasthouden is noodzaak, een goede ondergrens moet
gewaarborgd worden.
*
De Duitse herder kent vormen van overdrijving
in werk- en/of showlijnen.
Ook dit valt te beamen: de showlijnen kampen met overhoeking met
name achter, ook valt te letten op behoud werkdriften. Bij de werk-
lijnen neiging naar onvoldoende type en optreden van scherpte/
over-activiteit.
GENETISCHE AANDOENINGEN
Na de lunch was er een presentatie van drs. Laura Roest van de Raad
van Beheer, die nader inging hoe om te gaan met genetische aan-
doeningen. Binnen elke populatie vindt toename plaats van ver-
wantschap. Dit is een onvermijdelijk proces aangezien een ras een
gesloten populatie is. Zaak is dit binnen de normen te houden. Al te
rigoureuze selectie leidt tot negatieve reacties. Gefokt moet worden
met behoud van genetische heterogeniteit.
Belangrijke instrumenten voor een goed integraal fokbeleid: het
door de rasvereniging uiteindelijk vormgegeven Verenigings Fok-
beleid (VFR), het in kunnen zien van de resultaten van de integrale
incidentie-onderzoeken, juist omgaan met inteelt en verwantschap,
de normenmatrix per ras.
Bij de keuze van de twee ouderdieren gelden: houden aan regels,
met betrekking tot gezondheid: hoeveel afwijkingen wil en mag ik
uitsluiten, inschatten van de beste combinatie (soms bloed van ver
halen), wat is goed voor het ras? Bij het imago van een ras telt dat dui-
delijke foklijnen gesteld moeten worden versus de vermeerderaars;
tevens moet er besef zijn dat, afhankelijk van het ras, de fokkerij be-
slist geen sinecure is.
Mede ter sprake kwamnog het vaststellen van VFR en Normenmatrix.
Ook gaf de bespreking van de DNA-profilering inzake de vaststelling
identiteit ouderdieren aanleiding tot pittige discussies. Rode draad
bij dat laatste vormt toch de binnen de FCI afgesproken keuze voor
vaststelling identiteit middels profilering conform ISAG-2006 metho-
de. Ook is bepaald dat het onderzoekslaboratorium moet voldoen
aan een specifieke ISO-accreditatie.
DEKKEN
Als afsluiting kwam drs. Daan Loopstra, van Dierenartsenpraktijk
Sleewijk, een interessant verhaal vertellen over de perikelen rondom
loopsheid, dekking en geboorte. Een voor fokkers zeer nuttig item
dat tal van waarheden en onwaarheden aan het licht bracht. Al snel
werd duidelijk dat de veterinaire wetenschap de fokker praktisch van
groot nut kan zijn. Alleen al het bepalen van het juiste dektijdstip
blijkt soms voor fokkers een moeilijk te hanteren onderwerp waar-
door de kans op een succesvolle dekking afneemt. Hulp hierbij is
soms allesbepalend. Maar ook het correct vaststellen van een dracht
en het juiste geboortetijdstip kunnen vereenvoudigd worden met de
hulp van een geschoolde vakman.
Het publiek hing aan de lippen van deze nog jonge, maar zeer des-
kundige dierenarts die met een vlotte presentatie dit specialistisch
onderwerp met verve uit de doeken deed.
Na het invullen van de persoonlijke conclusies en de tips voor een
volgend Fokkerscongres kon dagvoorzitter Mark Wisman deze ge-
slaagde dag afsluiten. Nuttig geweest voor de fokkers maar zeker ook
voor het CBK omdat duidelijkheid verkregen werd over de heersen-
de visies binnen onze fokkerij. Goede stof dus om over na te denken
maar eveneens om tot beleid te komen.
Peter Nefs
VDH
43
exterieur
