VDH januari 2013 - page 5

VDH -
algemeen
-
3
BLACK BOX
Een bal die wordt gegooid
Spelende honden in de buurt
Het commando ’hier’
De lucht van een loopse teef
?
Wanneer je een hond iets wilt leren,
zul je je moeten realiseren dat er di-
verse prikkels (geluid, reuk, zien) bij
hem binnenkomen. De hond zal op
de – voor hem – sterkste prikkel rea-
geren. Neem niet als vanzelfsprekend
aan dat dat jouw commando zal zijn!
Een hond is nooit bewust ongehoor-
zaam, dat kan hij niet. Intern (black
box) vindt een afweging plaats op
welke prikkel hij zal reageren. Probeer
dus bij het
aanleren
van een oefening
zo min mogelijk concurrerende prik-
kels toe te laten.
dragshandeling aanleren die geen onderdeel uitmaakt van z’n
normale gedragsrepertoire. Kleine stapjes die in de goede rich-
ting gaan worden bekrachtigd en de normwordt telkens iets ver-
hoogd, tot het uiteindelijke doel is bereikt.
Bij chaining leren we de hond een aantal achtereenvolgende
handelingen afzonderlijk aan, die – als ze eenmaal beheerst wor-
den – uiteindelijk aan elkaar gekoppeld worden tot één hande-
ling.
Factoren van invloed op leren
Wanneer je je hond iets wilt aanleren, wil je dat dit zo goed en
snel mogelijk gebeurt. Hou dan rekening met onderstaande
punten. Hoe snel een hond leert hangt hiervan af.

Timing
Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat een
hond het snelst leert als de tijd tussen het gedrag en de
daarop volgende prikkel (bekrachtiger/correctie) minder is
dan een halve seconde!

Motivatie
Een hond die net gegeten heeft zal minder gemotiveerd
zijn om een brokje te bemachtigen dan een hond die flinke
trek heeft. Een hond die net een stevige wandeling achter
de rug heeft zal minder gemotiveerd zijn om achter de ko-
nijnen aan te jagen dan een hond die net in het bos aange-
komen is. Zonder motivatie komt een hond niet tot leren!

Beloning
De hoeveelheid en de smakelijkheid van de beloning zijn
ook van grote invloed. Honden werken harder voor grote-
re en lekkerdere beloningen. Variatie doet het ook goed:
niet altijd dezelfde beloningsbrokjes, maar ook eens een
blokje kaas of een stukje worst of de favoriete bal kunnen
zeer motiverend werken, als het maar door de hond als
beloning wordt gezien. Nieuw aan te leren gedrag moet
iedere keer weer bekrachtigd worden. Maar wanneer de
hond een bepaald gedrag goed onder de knie heeft, is
het handiger om niet meer iedere keer, maar juist variabel
te gaan belonen. Alleen heel goed uitgevoerde oefenin-
gen leveren dan een stukje worst op en nu en dan zelfs
een handvol (jackpot). De hond blijft op deze manier ge-
motiveerd tot het uitvoeren van de handeling en het ge-
drag wordt op deze manier bovendien beter verankerd in
de hond.

Stapsgewijze opbouw
Ook een stapsgewijze opbouw helpt een hond om een
gedrag sneller te leren. Hoe meer moeite het kost om een
beloning te bemachtigen, hoe langzamer de hond leert.
Daarom is het zinvol om gedrag aan te leren in kleinere
stapjes (shaping) die snel beloond kunnen worden.

Geen stress of angst
Stress of angst blokkeert het leervermogen van een hond.
Wanneer je bezig bent je hond iets aan te leren is het daar-
om niet gewenst dat de hond angstig is.

Herhaling
Voordat een gedrag ‘gewoon’ is geworden, zal het een aan-
tal malen herhaald moeten worden. Conditioneren zonder
verschillende keren te herhalen is gewoon niet mogelijk.

Begrijpt je hond ‘t?
Bij alles wat je een hond wilt aanleren moet je je afvragen
of de hond begrijpt wat je bedoelt. Zijn je aanwijzingen
duidelijk genoeg geweest? Onduidelijkheid zorgt voor een
onjuiste uitvoering van de oefening.
Ongewenst gedrag voorkomen
Probeer de omstandigheden steeds zo in te richten dat de hond
dingen
goed
kan doen, voorkom fouten! Een voorbeeld: een
jonge hond kun je aanleren dat de bench een prettige verblijf-
plaats is. Wanneer je even niet op hem kunt letten, zit hij met
veilig knaagmateriaal in zijn bench, waardoor hij elders in huis
geen schade kan aanrichten. Als hij op deze manier geen slechte
gewoonten aanleert, hoef je ze ook nooit af te leren.
Gewoontevorming
Hoe vaker bepaald gedrag bekrachtigd wordt, hoe sneller het
onderdeel zal gaan uitmaken van het gedragrepertoire van de
hond (dit geldt overigens ook voor ongewenst gedrag!). De
kracht zit ‘m in de herhaling. Begin bij voorkeur met het aanle-
ren van een bepaald gedrag in een omgeving waarin niet teveel
afleidende prikkels zijn. Wanneer de hond de handeling in die
omgeving goed beheerst, wordt het tijd het gedrag te ‘generali-
seren’ door ook in andere omgevingen te oefenen. Zo voorkom
je dat de hond in huis komt als hij geroepen wordt, maar buiten
niet. Of op het trainingsveld wel komt, maar in het bos niet…
Marian Servaas
1,2,3,4 6,7,8,9,10,11,12,13,14,15,...28
Powered by FlippingBook