Inleiding
In het door de heren P. Lempers en R. Ploeg (hierna ”de Indieners) ingediende beroepschrift van 9 januari 2019
nummer 2019-1 wordt een verklaring van recht gevraagd, waarbij de volgende vragen centraal staan:
1. Wie zijn per 1 januari 2019 de rechtmatige leden van VDH Kringgroep “De Onderbanken”?
2. Wie is per 1 januari 2019 het rechtmatige bestuur van VDH Kringgroep “De Onderbanken”?
3. U ziet zichzelf als het rechtmatige bestuur van VDH Kringgroep “De Onderbanken” en vraagt de Com-
missie van Beroep op zeer korte termijn daarover uitspraak te doen.
De Commissie van Beroep (hierna “de Commissie”) heeft het beroepschrift van 9 januari 2019 van de secretaris
van het Hoofdbestuur van de VDH ontvangen. De Commissie is bevoegd en acht de indieners ontvankelijk.
Antwoord vraag 3
De Commissie heeft op 16 januari 2019 op basis van de toen beschikbare gegevens en vooruitlopend op de
formele behandeling van en de schriftelijke uitspraak op het beroepschrift een snelle uitspraak gedaan die indie-
ners op 19 januari 2019 is bekend gemaakt. Daarna is de formele procedure hervat.
Vervolg van de procedure
Tijdens de hoorzitting op 22 februari 2019 is gebleken dat door diverse oorzaken in de VDH Kringgroep “De
Onderbanken” (hierna “de Kringgroep”) verschillen van inzicht zijn ontstaan. Hierdoor ontstond in het najaar van
2018 een gespannen sfeer, waardoor diverse leden hun lidmaatschap van de Kringgroep hebben opgezegd (al
dan niet onder voorbehoud). Twee leden werd het lidmaatschap namens de Kringgroep opgezegd.
Een aantal leden van de Kringgroep heeft “onder voorbehoud” het lidmaatschap van de Kringgroep opgezegd.
Als dit al zou kunnen volgens de Statuten van de Kringgroep, hebben deze leden nagelaten het voorbehoud
nader te formuleren, door aan te geven per welke datum er aan voldoen moest worden en aan te geven of het
een ontbindende of een opschortende voorwaarde betrof. Derhalve moeten de opzeggingen “onder voorbe-
houd” gezien worden als reguliere opzeggingen namens het lid overeenkomstig artikel 6 van de Statuten van de
Kringgroep.
Dit houdt in dat er per 1 januari 2019 nog vijf rechtsgeldige leden van de Kringgroep zijn, te weten: de heer Ben
van Vliet, mevrouw Anita Geurts, mevrouw Suzanne Plüger, de heer Greg Sipsma en mevrouw Lucie Vos.
De twee laatste genoemde leden waren echter geschorst omdat hen het lidmaatschap namens de Kringgroep
was opgezegd bij besluit van 5 december 2018 (aangetekend verstuurd en op 8 december ontvangen). Tegen
dit besluit van opzegging namens de Kringgroep stond nog beroep open op bij de Algemene Vergadering van
de Kringgroep binnen een termijn van 1 maand (conform artikel 6 lid 6 van de Statuten van de Kringgroep) en
dus zijn beide personen per 1 januari 2019 nog steeds lid.
De Algemene Vergadering van de Kringgroep van 17 december 2018, waarvan weliswaar schriftelijke notulen
zijn opgemaakt, maar die niet naar alle leden zijn verzonden en (nog) niet zijn vastgesteld, brengt daar geen
verandering in. Temeer omdat blijkens de conceptnotulen protest wordt aangetekend tegen het “terugkombe-
sluit”. Niet alleen is de vergadering niet correct opgeroepen (artikel 13 van de Statuten en de artikelen M en N
van het Huishoudelijk Reglement van de Kringgroep). Ook de agenda is niet volledig en de toelichting daarop
was te laat en bovendien is de vraag of wel alle leden werden uitgenodigd. Om reden van formele tekortkomin-
gen blijven de opzeggingen door diverse leden daarom onverminderd van kracht.
Uitspraak Commissie van Beroep
Betreft: 2019-1: Ledenlijst en rechtmatig bestuur
VDH Kringgroep“De Onderbanken”per 1 januari 2019