VDH juni 2017 - page 10

8
algemeen
VDH
Achter in onze tuin hebben wij vandaag een klein graf gegraven
en op het houten kruis staat “Anka van de Rijn”.
Ze heeft ons voorgoed verlaten, want ze was oud geworden,
onze trouwe makker. Maar ze verdient om nooit te worden ver-
geten. Volgens haar stamboom voerde ze de trotse naam “Anka
von der Sonnenhöhe”, maar na haar dappere verrichting noem-
de men haar nog slechts Anka van de Rijn.
Na de oorlog was armoede troef bij ons. Ons huisje, dat gedeel-
telijk vernield was door de oorlogshandelingen, stond aan de
Rijn.
Wij kwamen nog dieper in de put te zitten, toen vader op een
kwade dag ziek werd. Moeder was toen van de vroege ochtend
tot de late avond in de weer om haar vijf kinderen niet te laten
omkomen van de honger. Onze trouwe Anka stond dan ook dik-
wijls met een vragende blik bij haar lege etensbak. De vriend-
schap en troost van “Lex”, haar speelkameraad van de buren,
konden het voedselgebrek niet goed maken. Zo kwamen onze
ouders tot het besluit, onze Anka zonder meer weg te geven aan
mensen, waar ze een liefdevol tehuis zou vinden.
Wij kinderen huilden, maar het hielp niets.
Op een morgen werd ze naar een dorp gebracht, dat meer dan
50 km. van ons huis verwijderd lag. Dagenlang smaakte ons het
eten niet meer en we hadden geen lust om te spelen of te leren.
Maar op de vierde dag was het weer feest in onze kinderharten,
want Anka was teruggekomen. Ze was weggelopen en had de
weg naar huis weer gevonden over bergen en door bossen. Na
een hartelijke begroeting liep ze naar het huis van de buren om
met haar vriend “Lex” het weerzien te vieren.
Vader probeerde van alles om verbetering in onze toestand te
brengen, maar niets gelukte, zodat hij op een kwade dag Anka
opnieuw aan de riem nam en sprak: “Het gaat niet langer zo, ik
moet je nu in ieder geval wegbrengen”.
Wij vroegen vader, waarom hij de klemtoon legde op “in ieder
geval”. Vader antwoordde: “Ze moet jongen krijgen en heeft
dringend behoefte aan goed voedsel en goede verzorging”.
Dat moesten wij inzien. Waarvan moesten wij haar voedsel ge-
ven? Waarvan moesten wij later de jongen opvoeden? Weder-
om heerste er verdriet in huis. Geen Anka keerde meer terug.
De eerste week niet en ook niet de volgende. Geleidelijk aan
werd ons verdriet minder, hoewel wij haar erg misten.
De gehele dag waren wij druk bezig, ons huis zoveel mogelijk
te herstellen van de opgelopen schade en ons verder voor te
bereiden op de komende winter.
Herfststormen loeiden om ons huis en als wij voor het slapen
gaan onder de lamp zaten, moest vader ons telkens opnieuw
verzekeren, dat Anka aan de overzijde van de Rijn op een grote
boerderij goed verzorgd was.
Op een koude winterdag stond een groepje mensen aan de oe-
ver voor ons huis, waarbij zich ook enkele Amerikaanse solda-
ten bevonden. Vanuit ons venster zagen wij, dat ze belangstel-
lend naar de rivier keken. Toen men ons zag, wenkte iemand,
dat wij naar buiten moesten komen. Toen wij het groepje had-
den bereikt, konden wij onze ogen niet geloven. Wij zagen
Anka van de Rijn
De geschiedenis van een trouwe herdershond
1,2,3,4,5,6,7,8,9 11,12,13,14,15,16,17,18,19,20,...28
Powered by FlippingBook