VDH mei 2015 - page 7

WUSV-seminar en opleidingen
Verdere specialisatie kan volgen door middel van een stagepro-
gramma bij de rasvereniging. Na een oriënteringsstage volgen drie
stages in oplopende moeilijkheidsgraad. Het kunnen plaatsen en
kwalificeren komt aan de orde maar ook het correct kunnen opstel-
len van een keurverslag alsmede het schriftelijk verslag uitbrengen
van een keuringsdag. Ook het positioneren van de doorsnee kwa-
liteit van de gekeurde klassen ten opzichte van het rasgemiddelde
vereist de nodige praktische ervaring en inzicht.
Bij de laatste stage zal de kandidaat ook zijn bevindingen monde-
ling moeten kunnen toelichten ten overstaan van het aanwezige pu-
bliek. Uiteraard vindt er voortdurend toetsing en sturing plaats door
de stagebegeleider. Dit is steeds een andere, ervaren keurmeester
die zijn bevindingen omtrent de kandidaat communiceert met de
rasvereniging. Vanuit de VDH wordt het traject van begin tot eind
begeleid.
Voldoet de kandidaat aan alle gestelde eisen t.a.v. zijn keurvaardig-
heid, dan kan voordracht volgen bij de Raad van Beheer voor opna-
me op de zogenaamde B-lijst. Daarmee kan de persoon in kwestie
op Jongehonden dagen en clubmatches reeds ambteren als keur-
meester. Hiermee kan de praktijkopbouw plaatsvinden. Wel is het zo
dat de kandidaat ook moet voldoen aan het vervullen van de ove-
rige ringfuncties zoals ringmeester en schrijver. Dit is een vereiste
van de Raad en vóór het rasexamen moet de ingevulde lijst daarvan
getoond worden.
RASEXAMEN
Uiteindelijk kan de rasvereniging het rasexamen aanvragen bij de
Raad van Beheer en plaatst de kandidaat op de voorkeurslijst vanuit
de vereniging. De Raad vult de kandidatenlijst aan met mensen die
bijvoorbeeld al keurmeester zijn voor andere rassen maar nog niet
de bevoegdheid hebben voor het specifieke ras waarvoor het exa-
men wordt georganiseerd. In ons geval is dat de Duitse Herdershond
in de variëteiten Stokhaar en Langstokhaar. Afhankelijk van het aan-
tal en de soort bevoegdheden moeten de Raad-kandidaten of een
volledig dan wel een compact examen afleggen.
De Raad van Beheer organiseert de rasexamens met behulp van de
rasverenigingen in kwestie.
Belangrijk middel voor een goede voorbereiding is de zogenaamde
De opleiding tot exterieur-keurmeester in Nederland kent een lang traject. Allereerst zijn er voor de algemene kynologische kennis de
examens Kynologische Kennis 1 en 2. Daarna is er een vervolg wat zich in het bijzonder richt op de anatomische componenten en de voort-
beweging van de hond (E & B). Een uitgebreide kennis van spieren en hun functies, alsmede een analyse van de verschillende gangsoorten
bij de hond zijn hierbij belangrijke onderwerpen. Zeer interessant maar ook behoorlijk pittig. Naast uitgebreide feitenkennis is absoluut
hiervoor onontbeerlijk een gedegen“kijk op honden”.
algemeen
VDH
7
l
5
1,2,3,4,5,6 8,9,10,11,12,13,14,15,16,17,...28
Powered by FlippingBook