ren zouden honden dingen moeilijk of wazig zien omdat ze extreem
verziend zijn. Dit betekent dat honden hun ogen niet scherp kunnen
stellen op dingen die dichtbij zijn. Omdat hondenminder kleuren kun-
nen onderscheiden dan mensen was een meerderheid van de weten-
schappers er lang van overtuigd dat honden zelden kleuren gebruiken
om voorwerpen te onderscheiden. Het vermoeden is dat honden eer-
der op de helderheid van voorwerpen vertrouwen dan op kleuren om
beslissingen te nemen.
FEROMONEN
Je zou wellicht denken dat dieren hun best ontwikkelde zintuigen zul-
len gebruiken om beslissingen te nemen. Echter, dit gaat niet altijd op.
Mensen bijvoorbeeld, kunnen slechter ruiken dan honden. Dit weer-
houdt mensen er niet van om informatie te verzamelen met de neus,
zelfs als dit niet altijd bewust gebeurt. Wetenschappers hebben aan-
getoond dat baby’s en jonge kinderen een bepaald feromoon (dat is
een biologische geur) afscheiden. Mensen – en dan vooral vrouwen
– reageren beschermend en liefhebbend op deze geur. Als je bijvoor-
beeld vrouwen een aantal foto’s van kinderen laat zien en sommige fo-
to’s zijn – zonder dat ze dit weten – ingesmeerd met dit feromoon, dan
zullen ze de foto’s met deze geur meer vertederend vinden. Seks werkt
op eenzelfde manier. Zonder dat volwassenen zich er bewust van zijn,
zullen ze zich meer aangetrokken voelen tot bepaalde individuen. Dit
komt door de werking van seksuele feromonen. Parfumfabrikanten
maken hier dankbaar gebruik van: zij vermengen deze feromonen
door hun parfums.
GOED RESULTAAT
Omdat nog niet geheel duidelijk was in welke mate honden kleuren
gebruiken, besloten wetenschappers van de Russische Academie van
Wetenschappen in Moskou en de Staatsuniversiteit in Tblisi een expe-
riment op te zetten om na te gaan of honden bewust gebruik maken
van kleuren. Tevens wilden ze nagaan of honden eerder het verschil
in kleuren gebruiken in plaats van het verschil in helderheid. Het ex-
periment was weliswaar eenvoudig, maar had een goed resultaat. De
wetenschappers begonnen met het printen van vier vellen papier, ie-
der in een verschillende kleur: donkergeel, lichtgeel, donkerblauw, en
lichtblauw. Ze besloten om deze kleuren te gebruiken omdat honden
deze kleuren zouden kunnen onderscheiden (geel of blauw) en omdat
honden het onderscheid kunnen maken in helderheid (licht of don-
ker).
DOOS MET VLEES
In de trainingsfase van het experiment kregen de honden te maken
met twee dozen waar een stukje vlees in zat. De ene doos was op slot,
en de andere was niet op slot. Voor de ene doos stond een donkergele
kaart, en voor de andere doos stond een lichtblauwe kaart. Voor iedere
hond was slechts één kaart ‘correct’. Dat wil zeggen: slechts één kleur
kwam overeen met de ongesloten doos. Iedere hond had tien oefen-
rondes in negen dagen tijd. De honden deden er niet lang over om de
juiste kleur met de juiste doos te verbinden. Aan het einde van de trai-
ningsperiode deden de honden het nagenoeg perfect. De volgende
tien dagen waren testdagen. Halverwege de gebruikelijke oefensessie
van één groep werden de kaarten vervangen door een donkerblauwe
en een lichtgele kaart. Stel nu dat een hond getraind was met donker-
geel als de correcte kleur, maar dat hij nu de keuze heeft tussen licht-
geel en donkerblauw. Als de hond nu zou kiezen op basis van helder-
heid, dan zou hij kiezen voor de donkerblauwe doos. Als de hond nu
zou kiezen op basis van kleurenonderscheid, dan zou hij echter kiezen
voor de doos met de lichtgele kaart.
BEWUST
De resultaten gaven weinig redenen voor twijfel. Inmeer dan 70 % van
alle gevallen kozen de honden de doos op basis van kleur, waarbij zes
van de acht honden in 90 tot 100% van alle gevallen voor de kleur ko-
zen. Dus, in tegenstelling tot wat veel wetenschappers voorspelden,
maakten de honden hun keuzes op basis van kleur en niet van helder-
heid om de beloning – het stukje vlees in de ongesloten doos – te pak-
ken. Dit betekent dat honden kleurenonderscheid bewust gebruiken.
Dit is een bescheiden maar belangrijke bijdrage aan onze kennis over
hoe honden de wereld zien en interpreteren. Het onderzoek laat zien
dat we verschillende kleuren kunnen gebruiken als hulpmiddel tijdens
de training, zolang we een correcte kleurenkeuze maken. Je kan niet
van een hond verwachten dat hij een onderscheid kan maken tussen
rood en groen want deze combinatie past niet in het kleurenspectrum
van honden. Hoe dan ook is het leuk om te weten dat de wereld vol-
gens honden kleurrijker is dan dat we eerst verwachtten.
Stanley Coren
Gepubliceerd op 22 juli 2013 in Canine Corner
Vertaling: Wouter Servaas PhD
Stanley Coren is hoogleraar psycho-
logie aan de University of British Co-
lumbia en expert op het gebied van
de interactie tussen hond en mens. Hij
schreef verschillende boeken waaron-
der: De Psychologie Van De Hond, De
intelligentie van honden, De taal van
je hond en Hoe slim is mijn hond?