VDH -
algemeen
-
3
gingspercentage van 75% te krijgen was minder duidelijk be-
invloed door de soort beloning dan bij de ‘zit en blijf’ oefening.
Er waren wel enkele verschillen: in de eerste sessies – op een
afstand van twee meter – hadden de honden die door middel
van voedsel beloond werden slechts één sessie van 20 pogin-
gen nodig om het gewenste resultaat te bereiken. De honden
die een aai kregen als beloning hadden twee sessies nodig, en
de honden die een vocale beloning kregen hadden vier ses-
sies nodig. Op andere afstanden dan twee meter was er geen
verschil. Dus, vroeg in de training loont het om de hond met
voedsel te belonen, maar uiteindelijk is er geen duidelijk ver-
schil tussen de verschillende beloningsmethoden en hun ef-
fectiviteit.
Snelheid
Er is wel een verschil te zien in de snelheid waarmee honden
reageren op het commando ‘hier’. Honden die met voedsel
beloond werden, waren enthousiaster en reageerden sneller.
Deze honden kwamen twee keer zo snel naar de baas toe dan
de honden die beloond werden met een aai of met woorden.
Dit verschil in reactie was aanwezig bij alle afstanden. Als we
de effectiviteit van aaien en woorden vergelijken, dan zien we
dat het aaien een weinig meer effectief is dan woorden zoals
‘braaf’, maar dit verschil is zeer klein.
Volgens mij tonen deze resultaten uit Japan aan dat het belo-
nen met voedsel iets effectiever is dan de andere twee posi-
tieve trainingsmethoden (aaien en vocale beloning). Echter, er
waren maar 15 honden in dit onderzoek, dus idealiter moet er
meer onderzoek gedaan worden met meer honden. Maar hoe
dan ook, dit onderzoek was het eerste onderzoek dat ik tegen-
kwam waarin gekeken werd naar de effectiviteit van verschil-
lende positieve beloningsmethoden. Hopelijk is dit een eerste
bijdrage aan het debat over welke beloningsmethoden het
meeste effect hebben op honden en de training.
Stanley Coren, PhD, FRSC
Gepubliceerd op 9 juli 2013 in Canine Corner
Vertaling: Wouter Servaas PhD
