23
Puntenaftrek tijdens het speuren
Dat wedstrijden vaak gewonnen worden door personen, die hoge
punten scoren bij het speuren, is niets nieuws. Voor het speuren in het
algemeen is het belangrijk dat eens nader in wordt gegaan op mo-
gelijke oorzaken, waardoor het regelmatig mis gaat op wedstrijden.
Daarbij wijs ik slechts op de waarnemingen, die ik (als voormalig CBA
lid) bij de hoofdevenementen van de VDH geconstateerd heb in de
laatste acht jaar.
Iedereen die de africhtingsport bedrijft, is zelf verantwoordelijk
voor de wijze waarop hij of zij de hond africht. En ik ben er van
overtuigd, dat iedereen denkt de juiste methode of systeem te ge-
bruiken met betrekking tot het speuren. Dat het dan tegenvalt als
de hond zich anders gedraagt tijdens een grote wedstrijd, is zeker
een tegenvaller voor de geleider. We hebben bij de VDH bijzon-
der goede en correcte spooruitzetters en spoorleggers tijdens de
hoofdevenementen, dus daar ligt het, naar mijn mening, zeker niet
aan.
Wat hebben we ondermeer geconstateerd?
•
Tijdens hoofdevenementen van de VDH valt het op, dat vaak
een groot percentage deelnemers voor het speuren niet
slaagt (minimaal 17% tot maximaal 50%) of veel lagere kwa-
lificaties behaalt dan op andere wedstrijden. Er zijn natuurlijk
diverse oorzaken te noemen, die voor veel africhters geheel
verschillend zijn. Het lijkt mij zeer interessant, om eens wat
meer tijd te besteden aan mogelijke oorzaken en een aantal
aanleidingen onder de loep te nemen.
•
De laatste jaren speuren de vertegenwoordigers van de VDH
tijdens de WUSV-kampioenschappen, waar ter wereld ook,
overigens veel beter dan in de periode daarvoor. De mogelijke
oorzaken van deze verbeteringen zijn interessant genoeg om
hierover in groter verband te praten.
•
Sommige honden kunnen vanuit hun genen meer aanleg
hebben voor het speuren dan andere honden. Dat is uit de
diverse wetenschappelijke onderzoeken, maar zeker ook de
praktische testen die gedaan zijn, wel bewezen. Echter moet
daar naar mijn mening niet te snel op terug gegrepen worden
door geleiders.
•
Er zijn natuurlijk diverse trainingsmethodes of systemen, die
met meer of minder succes gevolgd worden. Het is hierbij op-
vallend, dat bepaalde personen, vrijwel iedere hond met gro-
te regelmaat naar een geweldig hoog niveau kunnen bren-
gen. Ongeacht ondergrond of weersomstandigheden.
•
Honden geven het soms gewoon op en weigeren om door te
speuren of zoeken steun bij de geleider. Reden?
•
Veel honden worden onrustig, als ze tegen de wind in moeten
speuren of beginnen met grote regelmaat te dralen op het
spoor. Oorzaken? Wellicht een fout in de opleiding?
•
Het vermijden van hoeken of spoorgedeelten. Regelmatig tij-
dens wedstrijden aan de orde. Oorzaken?
•
Wat ik tijdens het speuren vaak mis, is de rust, het vertrouwen
en de zekerheid van de hond tijdens het speuren. Het is aan
de geleider, om dat er in te brengen. Voor velen een behoor-
lijk probleem, dit heeft dus aandacht nodig.
•
Het versnellen na de hoeken is natuurlijk ook vaak aan de orde
en een probleem. Gelijkmatigheid in snelheid is gewenst en
we moeten ons daar nader in verdiepen.
•
Misschien moet er in ons denken over speuren wel iets veran-
deren? Is het vreemd om dit zo te stellen?
Veel africhters zullen bovengenoemde punten herkennen en mis-
schien moeten de koppen eens bij elkaar worden gestoken. De
nieuwe CBA heeft mij laten weten, dat eventuele suggesties altijd
per email bij hen aangeleverd kunnen worden,
Ad van Yperen
africhting
VDH