algemeen
VDH
13
Beide partijen hebben daarmee voldaan aan de bovengenoemde eerste twee voorwaarden, zodat de Commissie daarover geen uit-
spraak hoeft te doen. De Commissie besluit - zonder verder uitstel - tot 1 juli 2017 af te wachten of het contact tussen de secretaris van
de Kringgroep de Westerschelde en de voorzitter van het Provinciaal Bestuur Zeeland is hersteld tot op normaal bestuurlijk niveau. De
voorzitter van de Commissie zal zich persoonlijk op de hoogte stellen of dit het geval is. Daarna volgt de definitieve uitspraak van de
Commissie.
Overigens heeft de Commissie toen bepaald dat:
a. ieder de eigen kosten van rechtsbijstand in deze beroepzaak draagt en
b. het gestorte bedrag als bedoeld in artikel 11 B van het Reglement van de Commissie niet wordt terugbetaald.
Gelet op artikel 18 A van het Reglement van de Commissie, zal dit besluit bij eerstvolgende gelegenheid worden gepubliceerd in De
Duitse Herdershond.
Het bovenstaande is aan partijen meegedeeld op 15 april 2017 en gepubliceerd in De Duitse Herdershond van mei 2017.
Zoals in de tussenuitspraak is aangegeven heeft de voorzitter van de Commissie zich vervolgens in de maanden mei en juni 2017 op de
hoogte gesteld van de onderlinge samenwerking en dit voorgelegd aan de Commissie. Daarbij is het volgende van belang.
Op verzoek van de secretaris van Kringgroep de Westerschelde heeft de voorzitter van deze Kringgroep het Provinciaal Bestuur
Zeeland op 23 mei 2017 uitgenodigd voor een gesprek op 16 juni 2017 in de kantine van Kringgroep de Westerschelde. Dit gesprek is
echter niet doorgegaan, omdat de uitnodiging niet binnen een week werd geaccepteerd en bevestigd door het Provinciaal Bestuur
Zeeland. In een laatste poging heeft de Commissie partijen toen zelf uitgenodigd voor een gezamenlijke zitting op
4 augustus 2017. Het Provinciaal Bestuur Zeeland gaf gehoor aan deze uitnodiging. Kringgroep de Westerschelde heeft echter aange-
geven niet te zullen verschijnen en heeft de Commissie verzocht uitspraak te doen. Om die reden ging de gezamenlijke zitting niet
door.
Daarom heeft de Commissie op 4 augustus 2017 geconcludeerd en einduitspraak gedaan luidend als volgt.
1. De Commissie constateert dat de samenwerking tussen het Bestuur van Kringgroep de Westerschelde en het Provinciaal Bestuur
Zeeland weliswaar stroef verloopt, maar dat samenwerking desondanks mogelijk is gebleken.
2. Het Provinciaal Bestuur heeft een overkoepelende functie. Het is met name de taak van een Provinciaal Bestuur om een goed
voorbeeld te geven en boven partijen te staan. Dat is in deze zaak niet altijd het geval geweest. Dit is een ontwikkelpunt voor het
Provinciaal Bestuur Zeeland.
3. Het primaat om de samenwerking te verbeteren en het vertrouwen te herstellen ligt bij het Provinciaal Bestuur Zeeland, maar de
liefde kan niet van één kant komen, Kringgroep de Westerschelde zal zich daarbij positief en coöperatief moeten opstellen.
4. Ieder draagt de eigen kosten van rechtsbijstand in deze beroepzaak.
5. Zoals eerder besloten bij de tussenuitspraak zal het gestorte bedrag als bedoeld in artikel 11 B van het Reglement van de Commissie
niet wordt gerestitueerd.
Gelet op artikel 18 A van het Reglement van de Commissie, zal dit besluit bij eerstvolgende gelegenheid worden gepubliceerd in De
Duitse Herdershond.
Namens de Commissie van Beroep
Mr. J.P. van Dorp (voorzitter)