schriftelijke toezegging namens (een vertegenwoordiger van) PB
Zeeland.
%
Kringgroep de Westerschelde is verbaasd over het feit dat het
roulatiesysteem blijkbaar niet meer wordt gehanteerd.
%
Het evenement is niet formeel aangevraagd, omdat Kringgroep
de Westerschelde vertrouwde op de gedane toezegging, niet op
de hoogte was van het feit dat een schriftelijke aanvraag alsnog
noodzakelijk was en ook wegens afwezigheid vanwege de vakan-
tieperiode.
%
Uit navraag bij PB Zeeland over de gang van zaken, zijn (uitein-
delijk over en weer) oneigenlijke gronden en argumenten aan-
gevoerd als reden waarom Kringgroep de Westerschelde niet in
aanmerking is gekomen voor de organisatie van de P.A.K. 2017.
Kringgroep de Westerschelde geeft aan op dit moment de P.A.K.
2017 niet meer te willen organiseren.
%
Kringgroep de Westerschelde wenst vooral een uitspraak over
de handelwijze van PB Zeeland, mede op basis van de door haar
aangehaalde overige voorbeelden in het beroepschrift en het ter
zitting aan de orde gekomene. Specifiek punt van geschil daarbij
is dat PB Zeeland in informatieve mailings de mailadressen van
alle provinciale leden zichtbaar laat.
Hoorzitting van PB Zeeland
Namens PB Zeeland zijn verschenen: de heren Scheele (voorzitter)
en Van Maren (commissaris africhting).
%
Reden voor het toewijzen van de P.A.K. aan een andere kring-
groep dan Kringgroep de Westerschelde is gelegen in het feit
dat Kringgroep de Westerschelde zich niet voor 15 augustus 2016
heeft aangemeld, terwijl PB Zeeland op 14 augustus 2016 een
herinnering heeft gestuurd. Hiernaast heeft ook in het vereni-
gingsorgaan een oproep aan de kringgroepen gestaan.
%
PB Zeeland heeft het roulatiesysteem in stand gehouden, met
dien verstande dat kringgroepen wel de wil moeten hebben om
evenementen te organiseren. Die bereidheid moet (onder ande-
re) blijken uit de eigen aanmelding van de evenementen.
%
Volgens het roulatiesysteem zou Kringgroep Zuid-Beveland de
organisatie van de P.A.K. toegewezen moeten krijgen; dit is ook
het geval geweest.
%
PB Zeeland erkent dat de aangevoerde argumenten voor het niet
toekennen van de organisatie van de P.A.K. 2017 aan Kringgroep
de Westerschelde niet de schoonheidsprijs verdienen.
%
Op de bemiddelingspoging vanuit Kringgroep de Westerschelde
is PB Zeeland niet ingegaan vanwege de kwestie van de zichtba-
re e-mailadressen . PB Zeeland heeft deze handelwijze overigens
inmiddels aangepast.
Overwegingen van de Commissie:
1. Het geschil valt binnen de werkingssfeer van de Statuten van de
VDH en de Commissie is op grond van artikel 7 lid 5 bevoegd om
over deze kwestie een uitspraak te doen.
2. Kringgroep de Westerschelde is ontvankelijk in het beroep en
heeft het verschuldigde voldaan.
3. Inhoudelijk is de Commissie van Beroep van mening dat PB Zee-
land (met een schriftelijk bericht uit 2015) ten onrechte de indruk
heeft gewekt dat Kringgroep de Westerschelde de P.A.K. in 2017
mocht organiseren. Tegelijkertijd is de Commissie van mening
dat Kringgroep de Westerschelde ten onrechte geen aanvraag
voor het organiseren van het evenement heeft ingediend. Dat is
formeel wel noodzakelijk om daarvoor in aanmerking te komen.
Daar komt bij dat PB Zeeland een herinnering heeft gestuurd.
4. Als afgeleide van deze kern van het geschil, zijn er over en weer
verwijten gemaakt, die hebben geleid tot een escalatie van het
geschil. Bovendien blijkt daarbij dat gebruik van een medium als
email zich relatief gemakkelijk leent voor het voeden van die es-
calatie.
5. De Commissie is van oordeel dat vooral een provinciaal bestuur
een zorgplicht heeft om het verenigingsbelang te dienen, de sa-
menwerking in de provincie te stimuleren en daarbij boven de
partijen dient te staan. Kringgroepen vormen immers het hart
van de vereniging. Dit alles ontslaat kringgroepen vanzelfspre-
kend niet van de plicht om de verenigingsorganen te respecteren
en daarmee op een fatsoenlijke manier te communiceren.
6. De Commissie heeft, vooral op basis van dat verenigingsbelang,
bij beide partijen de bereidheid gepolst om op een constructieve
manier met elkaar in gesprek te komen en de totale kwestie te
de-escaleren. Beide partijen bleken daartoe bereid.
De tussenuitspraak van de Commissie:
1.
Beide partijen treden binnen vier weken na dagtekening van
deze tussenuitspraak met elkaar in gesprek. Partijen dragen
daarbij zelf zorg voor gelijkwaardigheid in die gesprekken.
2. Zo spoedig mogelijk na afronding van de gesprekken, maar in
ieder geval voor 1 april 2017, stellen partijen de Commissie op
de hoogte van de uitkomst daarvan.
3.
Als blijkt dat partijen geen (volledige) overeenstemming heb-
ben kunnen krijgen over de geschilpunten, zal de Commissie
voor 1 mei 2017 alsnog inhoudelijk uitspraak doen.
Tevens bepaalt de Commissie dat:
a.
ieder de eigen kosten van rechtsbijstand in deze beroepszaak
draagt en
b. het gestorte bedrag als bedoeld in artikel 11 B van het Regle-
ment van de Commissie niet wordt terugbetaald.
c.
gelet op artikel 18 A van het Reglement van de Commissie, deze
uitspraak bij eerstvolgende gelegenheid zal worden gepubli-
ceerd in de “Duitse Herdershond”.
Namens de Commissie van Beroep
Mr. J.P. van Dorp (voorzitter)
10
algemeen
VDH