21
nieuws
VDH
Met betrekking tot de verduistering heeft u aangegeven de ge-
leende spullen te hebben teruggebracht naar een tussen partijen
afgesproken plaats, te weten een andere kringgroep.
U heeft dat gemeld aan de voorzitter van die kringgroep. Ook
heeft u een document overgelegd, waarin twee personen verkla-
ren dat u de spullen daadwerkelijk heeft teruggebracht.
Het in diskrediet brengen van de kringgroep is gebaseerd op de
aangifte die u heeft gedaan van dierenmishandeling door een
lid van de kringgroep. Naast het doen van aangifte bij de die-
renbescherming heeft u een verklaring afgelegd bij de politie.
Tenslotte heeft u over de kwestie (uitgebreid) gecommuniceerd
via Facebook. U vermoedt dat het bezwaar betreffende het niet
nakomen van afspraken vooral betrekking heeft op de geleende
spullen.
OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP
Alles gehoord hebbende, overweegt de Commissie van Beroep
het volgende:
Het lidmaatschap van een vereniging houdt rechten, maar ook
plichten in (zie daarvoor ook artikel D. van het Huishoudelijk
Reglement, behorend bij de Statuten van de VDH). Eén daarvan
is het hanteren van behoorlijke omgangsvormen en fatsoensnor-
men. Daaraan heeft de heer Olyslager zich in het voorliggende
geval niet gehouden:
- van leden geleende spullen moeten, als de periode van uitle-
nen is geëindigd, worden geretourneerd aan de rechtmatige
eigenaar of eigenaren. Naar het oordeel van de Commissie
heeft de heer Olyslager zich daarvoor onvoldoende ingespan-
nen en in ieder geval te weinig initiatief getoond.
- disputen tussen (aspirant)leden van een vereniging worden
in alle gevallen eerst gemeld aan het Hoofdbestuur. Het doel
van die verplichting van de leden is vanzelfsprekend niet het
opleggen van censuur, maar het voorkomen van escalaties
in het dispuut die de naam van de vereniging kunnen scha-
den. Het onmiddellijke gebruik van –bijvoorbeeld- sociale
media strookt niet met deze gedachte. Naar het oordeel van
de Commissie heeft de heer Olyslager zich bij het gebruik van
Facebook onvoldoende rekenschap gegeven van de impact
die dat voor de vereniging en de betrokken kringgroep (het
bestuur en de leden) heeft.
De Commissie van Beroep is naast het bovenstaande wel van me-
ning dat, gezien en gehoord hebbende de intentie en de motie-
ven om lid te worden van de VDH, de heer Olyslager in de toe-
komst op een juiste en correcte wijze invulling zal kunnen geven
aan zijn lidmaatschap.
UITSPRAAK VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP
- De heer Olyslager wordt toegelaten tot het lidmaatschap van
de VDH, waarbij wordt aangetekend dat hij zich in de toe-
komst houdt aan de juiste omgangsvormen en fatsoensnor-
men, die onlosmakelijk zijn verbonden aan het lidmaatschap
van een vereniging.
- De heer Olyslager zorgt er, indien nog relevant, in eigen per-
soon en op eigen initiatief voor dat de in deze uitspraak be-
doelde geleende zaken op de juiste plaats geraken.
Namens de Commissie van Beroep
Mr. J.P. van Dorp
